Michael Servet volgde een eigen weg, en nam risico’s
In de Franse stad Vienne, hemelsbreed 20 kilometer ten zuiden van Lyon, valt altijd nog de eeuwenoude ronde gevangenistoren te bezichtigen. Maar de muur rond de binnenplaats van de gevangenis heeft moeten wijken bij een latere uitbreiding.
En juist die muur heeft in de geschiedenis een bijzondere rol gespeeld: een beroemd gevangene is ontsnapt door ervan af te springen. Uit oude tekeningen blijkt dat het ging om een muur van 3 à 3,50 meter hoogte en dat is niet mis.
De gevangene had om 4.00 uur in de ochtend de cipier gevraagd een luchtje te mogen scheppen op de ommuurde binnenplaats. Hij had slecht geslapen, vertelde hij. Hij liep in zijn nachtgewaad en daardoor wekte hij geen argwaan. Maar eenmaal alleen op die binnenplaats trok hij dat uit en daaronder zat zijn gewone kleding. Hij klom op de muur, waagde de sprong en brak niets. Aan de andere kant (nu ter hoogte van Rue de Bourgogne 13) wachtte zijn knecht met een paard. Spoorslags is hij ervandoor gegaan.
We hebben het over de spectaculaire ontsnapping van Michael Servet op 7 april 1553. Hij voerde toen in Vienne de schuilnaam Michael de Villeneuve.
Veelzijdig
Geboren in Spanje, had Servet rechten gestudeerd in het Franse Toulouse. Godsdienst en de Bijbel boeiden hem. Hij bezocht Italië waar hij, evenals vóór hem Erasmus, een afkeer kreeg van de pracht en praal van het pausdom. In 1530 was hij in het Duitse Augsburg waar toen de Rijksdag gehouden werd. De protestanten begonnen aan die Rijksdag met verwachting – ze stuurden de keizer drie belijdenisgeschriften toe. Maar bij de afsluiting van die Rijksdag was er teleurstelling: er dreigde oorlog te komen.
Servet zocht in die tijd toenadering tot het protestantse geloof, en bezocht in Bazel de hervormer Oecolampadius. Met hem discussieerde hij over de leer van de drie-eenheid. En het jaar daarop deed hij dit ook in Straatsburg met de hervormers Bucer en Capito. Servet probeerde hen ervan te overtuigen dat die leer drie afzonderlijke goden veronderstelt en dus in strijd is met de Bijbel, die één God kent.
In 1531 publiceerde Servet een boek onder de titel: ”De dwalingen van de drie-eenheid” en in 1532 een ander onder de titel ”Dialogen over de drie-eenheid”. Het bijzondere van zijn opvatting is dat hij Christus als een (tijdelijke) verschijningsvorm van de ene God ziet.
Hierna vertrok hij naar Frankrijk, waar hij leefde onder de schuilnaam Michael de Villeneuve (naar zijn geboorteplaats in Spanje: Villanueva, zo’n 200 kilometer ten westen van Barcelona) om arrestatie te voorkomen. Hij wist dat kritiek op de leer van de drie-eenheid levensgevaarlijk was.
Palestina
In Lyon hielp hij een aardrijkskundig standaardwerk uit de oudheid van Ptolemaeus uit te geven. Hij plaatste daarin eigen, kritische opmerkingen. Bijvoorbeeld dat Palestina niet gezien moest worden als een aangenaam en vruchtbaar land, maar vollag met keien en een ernstig tekort aan water kende. Hij had dit gehoord van kooplieden die erdoorheen getrokken waren.
Daarna werkte hij in Parijs, waar hij onder leiding van de Vlaming Vesalius de lichamen van terechtgestelde misdadigers ontleedde. Zulke anatomische onderzoekingen brachten de medische kennis vooruit, maar waren verdacht. Ook publiceerde hij in Parijs een boek over de invloed van sterren en planeten op het dagelijkse bestaan.
Enkele jaren later verbleef hij in het al genoemde Vienne. Hij genoot daar als lijfarts van de aartsbisschop aanzien, en niemand kende zijn eigenlijke naam. Begin 1553 publiceerde hij opnieuw een boek, ”Herstel van het christendom”, opnieuw over de drie-eenheid, maar nu veroordeelde hij ook de kinderdoop – een ander gevoelig onderwerp. Over dit boek had hij met Calvijn gecorrespondeerd, maar Calvijn had de discussie afgebroken.
Arrestatie
Zijn schuilnaam beschermde hem in Vienne, maar desondanks werd hij op 16 maart 1553 aan een streng verhoor onderworpen. Men wilde weten of hij ketterse denkbeelden koesterde. Hoe was die verdenking ontstaan? Een reconstructie leidt naar een gebeurtenis een klein jaar eerder. Op 1 mei 1552 waren in Lyon vijf jonge aanstaande predikanten gearresteerd. Zij waren op doorreis. Opgeleid aan de School van Lausanne door Pierre Viret waren zij, met steun van Calvijn, op weg naar Frankrijk om de daar ontluikende protestantse gemeenten op te bouwen. In Lyon hadden zij hun mond nog niet opengedaan of zij zaten al vast. Later bleek dat tijdens hun reis vanuit Zwitserland een spion zich bij hen had gevoegd, en die had hen uitgehoord en aangegeven.
Hun situatie leek niet bij voorbaat hopeloos. Vanuit protestantse centra werd druk uitgeoefend om hen vrij te krijgen. Verzoeken om gratie bereikten zelfs de Franse koning, en die toonde zich niet geheel afwijzend. De man die in het proces de leiding had, wist echter van geen wijken. Zijn naam was Matthieu Ory. Als inquisiteur in Frankrijk bezat hij uitgebreide volmachten. Negen maanden later leek de terechtstelling van de vijf nog slechts een kwestie van tijd.
En toen ineens deed zich een nieuwe mogelijkheid voor. Een zekere Guillaume de Trie, een vooraanstaand koopman en overtuigd protestant in Genève, schreef aan een room-katholieke neef in Lyon een brief waarin hij zijn verbazing uitsprak over het feit dat de rooms-katholieke autoriteiten in Lyon zo veel werk maakten van de veroordeling van vijf jonge protestanten terwijl ze een notoir ketter zijn gang lieten gaan.
En daarop onthulde De Trie dat De Villeneuve niemand anders was dan Servet, die de drie-eenheid bestreed en de kinderdoop „een diabolische uitvinding” noemde. Enige bewijzen voegde De Trie bij zijn brief. Het is duidelijk dat deze brief bedoelde de aandacht van de inquisiteur af te leiden van de vijf studenten naar Servet.
En het leek te werken, want De Villeneuve werd aan het eerde genoemde verhoor onderworpen. Met de hem eigen charme wist Servet zich er echter uit te praten. Daarop ging er via de genoemde neef in Lyon een nieuwe brief naar De Trie in Genève met het verzoek om aanvullend bewijs. De Trie leverde dat, en op 4 april werd Servet opnieuw gearresteerd.
Het was Servet algauw duidelijk dat hij geen enkele kans maakte. Hij beraamde zijn ontsnapping, die op de vroege morgen van 7 april gelukte. Toen het bericht van Servets ontsnapping bekend werd, wisten Calvijn en zijn vrienden dat het gedaan was met de vijf studenten. Op 16 mei zijn zij in Lyon op de brandstapel terechtgesteld.
Calvijn
De eigenlijke schrijver van die brieven van De Trie was Calvijn. Het voert te ver om dit hier aan te tonen, maar het is evident. Calvijn blies daarmee het pseudoniem van De Villeneuve op, in een poging vijf jonge mensen het leven te redden. Maar valt hem dit verwijten? In tegenstelling tot echte ketterjagers, die zich nogal eens op hun successen wilden beroemen, heeft Calvijn nooit willen praten over de misschien wel té ingenieuze opzet om de inquisiteur Ory een andere, veel vettere kluif voor te houden. Het zou echter allemaal nog erger worden.
Vier maanden lang leek Servet van de aardbodem verdwenen. En toen, op 13 augustus, dook hij op in Genève! Dat gebeurde in een tijd dat tegenstanders van Calvijn diens positie daar vergaand hadden ondergraven. Hij heeft toen zelfs overwogen de handdoek in de ring te werpen. En daar kwam Servet nog eens bij, een geducht theoloog die de aanval op hem kon openen op punten waarop kritiek gemakkelijker te leveren is en sneller gehoor vindt dan een evenwichtig betoog.
En wat had Servet in Genève te zoeken? Hadden de rooms-katholieke autoriteiten in Lyon en Vienne misschien het opzetje doorzien en hem met Servet opgezadeld? Op 17 juni 1553 was Servet bij verstek ter dood veroordeeld in Vienne. Het laat zich raden dat als Genève Servet zou laten lopen, rooms-katholieken dit als argument tegen de Reformatie zouden gebruiken.
Extra deuken
Maar er loerde ook nog een ander gevaar: hadden Calvijns tegenstanders in Genève misschien afspraken met Servet gemaakt om zijn prestige extra deuken te bezorgen? Calvijn kon het zich eenvoudig niet veroorloven om het initiatief te verliezen. Hij formuleerde beschuldigingen tegen Servet, waarop het stadsbestuur Servet liet arresteren. Calvijns aanklachten waren vooral theologisch van aard. Maar het duurde niet lang of het stadsbestuur nam het proces over.
Calvijn was daar niet bij. Hij bezat nog geen burgerrecht in Genève, dat zou hij pas met de Kerst van 1559 krijgen. En Genèves officier van justitie gooide het al spoedig over een geheel andere boeg. De drie-eenheid kwam wel aan de orde, maar nauwelijks nog inhoudelijk. Die aanklacht werd omgebogen naar de vraag of Servet naar Genève was gekomen om onrust te zaaien. Ook werd geïnformeerd wanneer hij precies door zijn eigen vader ontmand was (toen hij vijf jaar was, antwoordde Servet), en waarom hij geen huwelijk was aangegaan. Dit was karaktermoord.
Er waren nog meer onsmakelijkheden. Zo was men in Vienne al bezig het geld van Servet te verdelen en werd de raad van Genève gevraagd bij hem te willen informeren of mensen in Vienne hem nog geld schuldig waren. Servet weigerde daarop in te gaan en motiveerde deze weigering met uit te spreken dat dan arme mensen die de rekeningen niet hadden kunnen betalen daartoe met geweld zouden worden gedwongen.
Op 27 oktober werd het vonnis in Genève uitgesproken: „Wij, burgemeesters en rechters in deze stad, (…) verlangend om de kerk van God te zuiveren van een dergelijke infectie (…) veroordelen u (…) om levend verbrand te worden.” Nog dezelfde dag is het vonnis voltrokken.
Opheldering nodig
Enkele zaken wachten nog op opheldering. Waarom heeft Calvijn nooit verteld over de mislukte reddingspoging voor de vijf studenten? En waarom heeft Servet zijn charme niet ingezet voor een milder vonnis? Het omgekeerde gebeurde: tijdens zijn proces begon hij steeds driester Calvijn aan te vallen alsof hij de risico’s daarvan niet achtte.