Bijzonder boek van Griffelwinnaar Mireille Geus
Griffelwinnaar Mireille Geus heeft met ”De ogen van Sitting Bull” een bijzonder boek afgeleverd. Het is het portret van een jongetje dat een ontroerende vriendschap opbouwt met zijn dementerende oma.
„Mijn oma kwam bij ons wonen, en wel nu meteen. Mijn vader had dat besloten”, zo begint het boek. Die verhuizing is niet naar ieders tevredenheid, wat al subtiel blijkt uit de tweede zin.
Hoofdpersoon Valentijn –een groot fan van alles wat met indianen te maken heeft– moet zijn kamer –inclusief zijn bureaula met daarin een complete stam indianenpoppetjes– afstaan aan oma. Hij vindt het maar eng, zo’n vrouw in huis die misschien rare dingen gaat doen.
Moeder ziet vooral de gevaren en nadelen van een dementerende vrouw in huis. „„Voor Valentijn is het ook niet goed”, zei mama, „die heeft zijn handen al vol aan zichzelf.” Ik keek naar mijn handen – ze waren gewoon leeg.”
Gaandeweg verandert Valentijns houding – en juist de aanwezigheid van oma heeft een positieve invloed op zijn onzekerheid en zijn angst voor het op handen zijnde schoolreisje. Ook al haalt oma tijdens het eten rustig haar tanden uit haar mond, ook al houdt ze hem uit haar slaap vanwege haar nachtmerries, toch wil Valentijn bij haar slapen. Vooral ook omdat hij zich bij zijn vader en moeder op de kamer niet prettig voelt. „Hij lachte te hard. Mijn vader die altijd zijn gevoel volgt. Hij kuste mama. Meer dan een keer. „Niet doen,” zei ze, „straks wordt hij wakker.””
Oma en Valentijn kijken elke avond naar de muurschildering van indianenopperhoofd Sitting Bull op Valentijns kamer en samen proberen ze met een soort indianenritueel een eind te maken aan oma’s nare dromen over pesterijen uit haar jeugd. „Ik zag ons opeens zitten, alsof ik van een afstand naar ons keek. Twee mensen vlak bij elkaar in een speeltent. Een oude vrouw en een jongen. Samen bezig met iets geks, iets ongrijpbaars, maar wel heel serieus.”
Er ontstaat een bondgenootschap tussen de twee. Valentijn verzwijgt bijvoorbeeld voor zijn ouders dat hij zijn oma een keer in de donkere berging heeft gevonden, verward en verdwaald. Want hij wil niet dat ze naar het verpleeghuis moet. Om dezelfde reden doet hij de brief met een aanvraag voor een plekje in het tehuis niet op de post, maar begraaft hem – zoals het een indianenliefhebber betaamt.
Tegelijkertijd speelt oma een belangrijke rol bij het overwinnen van Valentijns angsten. Omdat er een tekort is aan begeleiders voor de schoolreis heeft Valentijn bedacht dat zijn oma mee kan. Oma is zo blij als een kind. Als oma in het park kwijtraakt, en dat geeft het boek een klein, spannend staartje, beseft hij des te meer hoeveel hij van haar houdt.
Geus gebruikt mooie taal en soms ook beelden, maar draaft daarbij niet over de hoofden van de doelgroep heen. Ze neemt het nauw met details en schikt haar zinnen nauwkeurig. Dat blijkt bijvoorbeeld als Valentijn zijn moeder voor de eerste keer in zijn leven vraagt hem alleen te laten tijdens het douchen – wat zijn groei naar volwassenheid toont. Die gebeurtenis komt extra mooi uit doordat het enkele zinnen eerder ging over oma die ‘kinds’ wordt.
Af en toe tref je zo’n boek als ”Sitting Bull”. Psychologisch goed uitgewerkt, op niveau geschreven maar nergens te moeilijk. Het is een prachtig jeugdboek voor tienplussers over een bijzondere vriendschap.
Boekgegevens
”De ogen van Sitting Bull”, door Mireille Geus; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2011; ISBN 978 90 477 0388 4; 120 blz.; € 14,95.