Beelden van het Beloofde Land van Marc de Klijn en Henny van Hartingsveldt
Sinds 2007 bezoeken Marc de Klijn en Henny van Hartingsveldt ieder jaar voor langere tijd Israël. Het kunstenaarsechtpaar uit Kampen heeft inmiddels een hechte band opgebouwd met het Beloofde Land en met de Israëliërs die zij op hun weg tegenkwamen. „De Bijbel gaat veel meer voor je leven als je eenmaal in dat land bent geweest.”
Tijdens zijn bezoeken aan Israël maakte Marc de Klijn talloze aquarellen van plaatsen die in de Bijbel voorkomen en een bepaalde betekenis hebben. Zijn vrouw Henny van Hartingsveldt fotografeerde dezelfde onderwerpen. Veel van deze beelden zijn opgenomen in het boek ”Schouder aan schouder. Vindplaatsen in het beloofde land”, dat eind oktober verscheen. Samen zochten ze er passende Bijbelteksten bij; Henny schreef bovendien enkele gedichten. „We hebben geprobeerd de beelden een inhoudelijke meerwaarde te geven door ze te combineren met teksten. Omgekeerd geldt dat de teksten een nieuwe levendigheid krijgen juist omdat ze bij de aquarellen en foto’s worden afgedrukt.”
U bent vast al vóór 2007 in Israël geweest.
Marc: „Nauwelijks. We hebben in 1993 wel een bezoek gebracht aan Eilat, waar ik een tentoonstelling had omdat Eilat een vriendschapsband heeft met Kampen. Maar van een echte kennismaking met Israël was geen sprake omdat we in een vakantieoord zaten. In 1971 was ik met mijn eerste vrouw negen weken in Israël, maar toen was ik nog lang niet zo bekend met de Bijbel en met mijn Joodse identiteit.”
Wat was de reden dat u in 2007 naar Israël terugkeerde?
Henny: „Israël heeft ons hart. We wilden het land van de Bijbel graag van binnenuit leren kennen. Voor de realisatie van ons eerste boek hadden we in 2003 de Stichting Visual Perspectives opgericht, een organisatie die het Joods-christelijke gedachtegoed door middel van kunstwerken, exposities, boeken, lezingen en dergelijke wil uitdragen. Maar daarnaast ook de vele bestaande vooroordelen tussen Joden, Messiasbelijdende Joden en christenen wil wegnemen. In 2007 maakten we een oriëntatiereis naar Israël om te kijken of we met onze artistieke talenten daar zouden kunnen werken en iets voor Israël konden betekenen. We hadden toen al vrij snel het idee om een nieuw boek samen te stellen.”
Marc: „Het werk van Stichting voor Boete en Verzoening heeft ons erg geïnspireerd. Mensen die bij deze stichting zijn betrokken restaureren Joodse graven vanuit de gedachte dat christenen een schuld tegenover het Joodse volk hebben in te lossen. Wij hebben in Israël kunstwerken gemaakt voor non-profitorganisaties, als geste ter ondersteuning van Israël. In Israël leven de mensen met de pijn van de geschiedenis, waarbij de Shoah nog vers in het geheugen ligt.”
Wat wilde u in Israël precies doen?
Marc: „Wij wilden beelden creëren om de actualiteit van het land en het volk recht te doen. Henny door foto’s te maken, ik door plekken in Israël te schilderen. De Tenach was vooral de bron waaruit wij geput hebben, en dan de profeten –Jesaja bijvoorbeeld– in het bijzonder. We zijn naar plaatsen gegaan die in het Eerste én het Tweede Testament worden genoemd, zoals Kineret, Magdala, Naïn, de Dode Zee en de berg Tabor. Wat ons diep geraakt heeft op de Olijfberg waren vooral de Joodse graven, waar omheen soms jonge mannen in gebed bijeen waren. In de Bijbel is de Olijfberg de plek waar de Messias Zijn voeten zal neerzetten, zoals Zacharia profeteerde.”
Henny: „En daarna zal Hij door de Gouden Poort Jeruzalem binnengaan. Het is frappant dat de Arabieren deze poort hebben dicht gemetseld én hun doden voor deze poort hebben begraven. Blijkbaar geloven ze toch ook dat de Joodse Messias zal komen. Alleen, zij houden geen rekening met deze Messias, Die Zich niet laat tegenhouden door menselijke obstakels.”
Marc: „ Voor Joodse mensen is deze dichtgemetselde poort eigenlijk een klap in hun gezicht.”
Henny: „Daarom hebben wij er teksten bij geplaatst uit Markus en uit Jesaja, waaruit blijkt dat God doorgaat met Zijn werk.”
Marc: „Het is ontroerend om te zien dat het Joodse volk zorgvuldig omgaat met zijn doden en hun graven, er is eerbied voor het leven nu, maar ook voor het leven na de dood, bij de opstanding.”
Henny: „We hopen dat dit boek mensen zal raken en tot nadenken zal brengen, dat woord en beeld elkaar mogen versterken en herkenning mag bewerkstelligen.”
Marc: „Onze wens is dat christenen zich bescheiden gaan opstellen als het gaat om hun ”oudste broer”, er kleeft veel Joods bloed aan christelijke handen als we de geschiedenis aan ons voorbij laten gaan. Ook hebben we enorm veel aan dit volk te danken. Onze wens is ook dat Joodse mensen gaan zien dat er christenen bestaan die willen leven zoals de Joodse Jeshua leefde, die wars was van elk onrecht en leefde als een tsaddiek (rechtvaardige).”
Henny: „We hebben álles aan Israël te danken. Het volk heeft de Thora hooggehouden, bewaard en doorgegeven. Dat is het mooiste wat we in Israël ontdekten. Het Joodse volk blijft de oudste broer in het geloof, maar de grondwoorden van de Thora zijn voor alle mensen opgetekend. De levende God van Israël wil er voor alle mensen op aarde zijn.”
Marc: „Zelfs in Westerbork werd het chanoekafeest gevierd en ook in de concentratiekampen werd gebeden. God openbaarde Zich in de eerste plaats aan Israël. Het is verkeerd –en beschamend tegelijk– dat het christendom het Evangelie heeft losgemaakt uit de Joodse context. Jeshua was een Jood, Paulus ook.”
Henny: „Joden en christenen aanbidden dezelfde levende God van Israël, de God van Abraham, Izak en Jakob. Er is nog een aantal onvervulde beloften voor Israël.”
Marc: „We zijn ervan overtuigd dat God een bedoeling heeft met het land en met het volk en dat de Eeuwige Zijn heilsplan niet loslaat maar tot vervulling brengt.”
Henny: „Je kunt vandaag de dag de Bijbel naast het wereldgebeuren leggen, dan kom je tot verrassende overeenkomsten. We zien dat God Zijn volk verzamelt en het de plek geeft die Hij ooit heeft voorzegd en die keus sinds 1948 opnieuw bevestigt.”
Marc: „We willen pal staan voor een Israël dat het thuisland is voor Joden. Een toevluchtsoord ook voor alle Joden die waar ter wereld worden vervolgd, gediscrimineerd, vernederd, uitgebuit en gedood.”
Heeft u ook oog gekregen voor de nood van het Palestijnse volk?
Marc: „Luister, ons boek is absoluut geen politiek pamflet. De politieke realiteit van de staat Israël is iets anders dan datgene wat de Eeuwige met Zijn volk voorheeft. Laten we dat goed onderscheiden, voordat we over de Palestijnen gaan praten. Natuurlijk is het niet zo dat de Palestijnse zaak ons niet aangaat, maar we kiezen geen partij. Als we terugkeren naar de Bijbel zien we dat de Eeuwige regels geeft hoe om te gaan met vreemdelingen en hoe vreemdelingen zich hebben te gedragen tegenover het volk dat God Zichzelf verkoos. Het is zo dat in de westerse media steeds negatiever over Israël wordt bericht. Het beeld van de zielige Palestijn en de onderdrukkende Jood klopt in ieder geval beslist niet.”
Henny: „We kijken met westerse ogen naar de Midden-Oostenproblematiek en denken te weten wat er precies speelt in deze regio. Maar wat er gebeurt in het Midden-Oosten valt in ieder geval niet los te zien van wat God belooft. En op die beloften willen wij nu juist de aandacht vestigen.”
Marc: „Israël probeert alle inwoners van het land een menswaardig bestaan te bieden en wil zo een bloeiende democratie zijn te midden van een woestijn van geweld en terreur. De Palestijnen, en meerdere vreemdelingen, hebben natuurlijk het recht om in Israël te wonen, maar dan wel onder Israëlisch bestuur, want het land is door de Eeuwige aan hen gegeven met als voorwaarde dat zij zich houden aan Zijn Thora.”
De Klijn, waarom hebt u gekozen voor aquarellen?
„Ik aquarelleer al sinds 1974, maar nadat ik in de jaren tachtig een uitgebreide serie abstracte landschappen had geschilderd, ben ik begonnen om grote doeken in acryl te schilderen. In Israël is het aquarelleren weer tot nieuw leven gekomen. Het is een verfijnd medium, waarmee de sfeer, de kleurnuances van het landschap in Israël heel goed getroffen kunnen worden.”
Zijn veel Bijbelse plekken in Israël niet ten prooi gevallen aan het toerisme?
Marc: „Op veel plaatsen drommen inderdaad toeristen uit de hele wereld samen. Om te kunnen werken hebben we altijd gewacht tot het weer wat rustiger was. Wij hebben gezien dat veel Bijbelse locaties door de christelijke kerk worden beheerd en van hun context zijn beroofd. De heilige Joodse plaatsen zijn geannexeerd. Sterker nog, ze zijn onteigend.”
Henny: „Daar werden we verdrietig van en we hebben er ons ook aan gestoord.”
Marc: „Bij veel mensen ontbreekt de piëteit, het besef dat dit alles Joods is.”
U hebt de teksten uit verschillende Bijbelvertalingen gekozen. Wat is de achterliggende gedachte daarvan?
Henny: „We willen graag een zo breed mogelijk publiek bereiken. Daarom zijn de teksten uit het Oude Verbond genomen uit Tenach, een versie van de Nieuwe Bijbelvertaling in het Nederlands en het Hebreeuws. Daarin zijn de oorspronkelijk Hebreeuwse namen –zoals Moshe, Adonai, Jeroesjalajim, de Eeuwige– behouden. De teksten uit het Nieuwe Verbond komen uit de Nieuwe Bijbelvertaling. Voor de Engelse versie hebben we gebruikgemaakt van de Complete Jewish Bible van David Stern. In een enkel geval hebben we een tekst wat vrijer geïnterpreteerd.”
Wat wilt u met dit boek bereiken?
Marc: „In de eerste plaats dat de Bijbelteksten door een combinatie met afbeeldingen tot nieuw leven komen en dat die verbinding iets met mensen doet. Het is ons diepste verlangen dat religieuze Joden erdoor worden aangesproken, maar ook christenen en Messiasbelijdende Joden. We hopen dat er wederzijds respect, waardering, liefde en vertrouwen gaat groeien tussen deze drie groepen mensen, ieder met behoud van de eigen identiteit.”
Henny: „We hopen dat de wisselwerking tussen beeld en tekst ertoe uitnodigt om de Bijbel nieuw en onbevangen te lezen en te bestuderen. Het is een geweldig avontuur om de actualiteit van de Bijbel te gaan ontdekken.”
Marc: „Het is belangrijk dat de Joden zien dat er onder de christenen ook mensen zijn die hun een oprecht warm hart toedragen.”
Henny: „Ons boek moet liefde voor de God van het Joodse volk uitstralen én liefde voor het volk zelf.”
Marc de Klijn en Henny van Hartingsveldt
Marc de Klijn (1939) komt uit een agnostisch muzikaal Joods gezin. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij ruim twee jaar ondergedoken bij een christelijk kinderloos echtpaar. Later kwam hij tot geloof, maar bleef hij worstelen met zijn Joodse identiteit. Henny van Hartingsveldt groeide op in een christelijk milieu. Zij had al vroeg liefde voor het Joodse volk, Gods oogappel.
De twee ontmoetten elkaar in 1989 en traden in het huwelijk. Ze reisden als kunstenaars in 1995 naar Polen, samen met een groep vrijwilligers van de Stichting voor Boete en Verzoening, die in het voormalige concentratiekamp Auschwitz-Birkenau herstelwerkzaamheden zouden verrichten. In Auschwitz zijn De Klijns grootouders en talloze andere familieleden vergast. Het bezoek maakte een onbeschrijfelijke indruk op De Klijn. Hij begon kunstwerken te maken over de vernietiging van zijn volk. Hij wilde doordringen tot de kern van het kwaad en heeft dit confronterend weergeven. Henny maakte in die tijd beelden van keramiek om het leed van individuele mensen uit te beelden. Twee exposities volgden in 1998 en 2004. Dat leidde tot de publicatie ”De doden zullen herrijzen. Een persoonlijke verwerking van de shoah” in 2004.
”Kesjer” – verbinding,
samengaan,
lopen op de weg
naar vrede met elkaar.
Utopie of wensdroom,
geboren uit liefde
voor dezelfde God?
Verlangen naar de
komst van haar geliefde,
heelwording
van mens en kosmos.
”Wat is de mens,
dat u hem gedenkt?
Het mensenkind
waar u naar omziet?”
Evenbeeld genoemd:
”bijna goddelijk”
Wat blijft er over
van woorden uit
vertrouwde bron,
bezongen in die
oude tijd door
Davids stem,
als wij op afstand
blijven staan?
Wat maakt de mens tot
zielsgeliefde,
zielsbeminde, zoekend
naar de ander,
die verlangend uitziet
naar verbinding – ”kesjer”?
”Wat is de mens die u gedenkt?”
Met hoopvolle verwachting,
in koesterende liefde
voor De Ene,
reiken zij elkaar de hand.
Kesjer!
Schouder aan schouder, Marc de Klijn en Henny van Hartingsveldt;
uitg. Van Wijnen, Franeker, 2011; 978 90 5194 421 1; 144 blz.; € 29,95.