Kerk & religie

Marvin loopt met de Statenvertaling voor zijn buik

De zingende kinderstemmen klinken wat onvast, maar helder: „Ik ben de goede Herder Die Zijn leven voor de schapen heeft gegeven.” De klanken komen uit kelen van Afrikaantjes, Marokkaantjes, Surinamertjes en rasechte Rotterdammertjes. Kinderevangelisatie in de Afrikaanderbuurt in Rotterdam is samen zingen en samen luisteren naar het Woord. Al 25 jaar, onder alle creaturen.

J. Hoekman
21 July 2003 11:49Gewijzigd op 14 November 2020 00:26
ROTTERDAM - „Een eigen evangelist zou in Rotterdam veel werk kunnen verrichten”, zegt mevrouw Gré Melgers, betrokken bij de kinderevangelisatie van de gereformeerde gemeente in Rotterdam-Zuid. „Een concept zoals dat van ”Bij Simon de Looier” in Amsterdam
ROTTERDAM - „Een eigen evangelist zou in Rotterdam veel werk kunnen verrichten”, zegt mevrouw Gré Melgers, betrokken bij de kinderevangelisatie van de gereformeerde gemeente in Rotterdam-Zuid. „Een concept zoals dat van ”Bij Simon de Looier” in Amsterdam

De kinderevangelisatie van de gereformeerde gemeente in Rotterdam-Zuid viert dit jaar haar zilveren jubileum en is daarmee een van de oudste kinderevangelisaties van het kerkverband. Op 25 oktober organiseert de gemeente een herdenkingsdienst voor alle betrokkenen. En deze maand hield de commissie haar jaarlijkse vakantiebijbelweek, met als doel kinderen vanaf een jaar of drie met het Woord in aanraking te brengen.

Veel is er veranderd in die 25 jaar, zegt mevrouw Gré Melgers, die zich vanaf het begin samen met anderen voor de kinderen in de wijk heeft ingezet. Maar sommige dingen veranderen nooit: „Al die jaren hebben we via hetzelfde patroon gewerkt. Het Woord moet naar het kind en het kind naar het Woord. En de kinderen worden altijd weer opnieuw door de Heere gegeven.”

Maar dat kind bleef de eerste keer weg, weet mevrouw Melgers nog als de dag van gisteren. „We hadden gefolderd en maanden van voorbereiding waren achter de rug. En dan sta je daar om tien uur op zaterdagmorgen: geen kind. Maar om vijf over tien kwam een moeder haar kinderen brengen. Uiteindelijk hadden we er toch nog zes.”

Nu zijn er iedere keer gemiddeld zo’n 25 kinderen tijdens de zaterdagse bijeenkomsten. Er zijn een -7-groep en een +7-groep, en op maandag is er een groep voor 12-plussers en volwassen belangstellenden, die zo’n vijftien personen trekt.

Tijdens de jaarlijkse vakantiebijbelweek in de zomer komt niet zelden een veelvoud van dat aantal, zegt Gré, al valt de belangstelling dit jaar een beetje tegen. In de kindergroepen wordt gezongen, geknutseld, gepuzzeld en verteld. De verslaggever moet er ook aan geloven: „Meester, kom eens kijken wat ik heb gemaakt!”

Bij het bijbelverhaal zijn de kinderen vol aandacht. In begrijpelijke bewoordingen schetst een lid van de leiding de natuurlijke staat van een mens: „Stel je eens een man voor die in een heel donkere kamer zit. Hij zit daar heel rustig, want hij weet niet wat er allemaal in die kamer is. Maar dan komt er iemand licht brengen. En de man… Hij schrikt! Want er zijn allemaal slangen en gevaarlijke beesten in de kamer! Zo is het ook in ons hart als we nog geen licht hebben ontvangen.”

Regelmatig komen er nieuwe gezichten binnen op de club, zegt mevrouw Melgers. De wervingstactiek is dan ook veranderd: in plaats van af te wachten wie er komen, gingen de medewerkers al heel snel zelf de straat op. In de buurten rond het Afrikaanderplein wonen veel allochtone en kinderrijke gezinnen.

Een persoonlijke benadering werkt meestal het beste, zegt Jolanda Zandee. Ze is ruim een jaar actief betrokken bij de kinderevangelisatie en schroomt niet aan te bellen bij de huizen waar ze nog achtergebleven kinderen vermoedt.

Voor een doorsnee rijtjeshuis zit de 14-jarige Daniëlle. Ze heeft geen aansporing nodig en staat al klaar om mee te gaan. „Ik kom al vanaf mijn derde”, zegt ze, „Het geloof is een stuk van mijn leven geworden.”

Daniëlle, die uit een gezin komt waarin het christelijk geloof ver te zoeken is, gaat op zondag met de leiding mee naar de kerk van de gereformeerde gemeente in Rotterdam-Zuid. „Ik vind het heel mooi om het Woord te horen en om samen te zijn, en dat ik van God in Zijn Woord mag geloven. Sommige mensen vragen zich af waar ik mee bezig ben. Dan leg ik het gewoon uit. Ik ben op school de enige die gelooft. Soms hebben we daar gesprekken over. Mijn moeder was er eerst op tegen dat ik meeging naar de kerk, maar nu vindt ze het wel best dat ik geloof. Zelf moet ze er niets van hebben.”

Een auto met de radio op stand stampmuziek dendert langs. De chauffeur steekt zijn hand op. Daniëlle groet terug. Het valt haar niet zo zwaar om de enige christen in de buurt te zijn, zegt ze. Alhoewel: als haar ouders op zaterdagavond uitgaan, gaat ze bewust niet mee om de volgende morgen fris in de kerk te kunnen zitten. En tv-kijken en radio luisteren zijn ook verdrongen naar de rand van haar bestaan. „Zo veel dingen die je ziet en hoort, dat is gewoon zonde tegen God. Ik wil dat niet meer.”

Daniëlle gaat binnenkort meehelpen met de begeleiding van de jongste kinderen in de club. Jolanda: „Volgende zomer gaat ze misschien mee op Daniëlkamp. Maar ik heb ze wel gewaarschuwd dat niet alle kerkelijke jongeren heel serieus met de Bijbel bezig zijn, en dat er onder hen ook veel onverschilligen zijn. Toen zei ze: O, dat begrijp ik wel, zo was ik vroeger ook.”

Mevrouw Melgers vindt het jammer dat niet aan alle kinderen die komen goede nazorg geboden kan worden. „Daarvoor hebben we te weinig mankracht. Het voorbereiden, het langs de deuren gaan; het kost allemaal erg veel tijd. Bij kinderen die niet meer komen zouden we langs moeten gaan om te vragen waarom ze wegblijven. Maar dat komt er helaas te weinig van.”

Erg treurig vindt mevrouw Melgers dat, want ze merkt dat het werk gezegend wordt. „Ik zou zo veel verhalen kunnen vertellen.” Over Marvin bijvoorbeeld: „Die liep stampvoetend door het lokaal. Nooit zou hij meer terugkomen. Maar wie zie ik een week later op straat lopen met een Statenvertaling voor zijn buik? Marvin.”

De diepe wens van mevrouw Melgers is een eigen evangelist, die zich kan inzetten voor de buurt. „Eerlijk gezegd verbaast het me dat het er nog steeds niet van gekomen is. Een concept zoals dat van Simon de Looier in Amsterdam zou hier echt op zijn plaats zijn. De buurt is altijd zeer goedwillend voor ons geweest en een evangelist zou hier veel werk kunnen verrichten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer