Linkse partijen vatbaar voor populistisch beeld van religie
Linkse partijen weten zich geen raad met religie. Het gevolg is dat de partijen uiterst vatbaar zijn voor populistische beelden van religie, betoogt dr. Erica Meijers.
De steun van de linkse partijen aan de wetsvoortstellen tegen ritueel slachten en de zogeheten weigerambtenaren laat zien dat links zich geen raad meer weet met religie. De kameraadschap tussen links en het oecumenische christendom is vergeten, orthodoxie en fundamentalisme worden met elkaar verward. Het gevolg is dat de partijen uiterst vatbaar zijn voor populistische beelden van islam en religie.
Uit het boek ”Van Harem tot Fitna” van Theo Salemink en Marcel Poorthuis, dat 150 jaar beeldvorming over moslims in Nederland behandelt, blijkt dat beelden zoals van de kruistochten en de opmars van de Turken in Europa steeds weer worden gerecycled. Het huidige populisme grijpt terug op het koloniale jargon van de moslim als barbaar: achterlijk, irrationeel en gewelddadig. Hierbij past het goed om linkse en progressieve partijen als ‘fellow travellers’ van de islam af te beelden, zoals Wilders heeft gedaan. Vanuit deze hoek kwam immers in de twintigste eeuw de kritiek op het koloniale wereldbeeld.
Vanuit rechtstatelijk perspectief maakt links deze eretitel nog wel waar. Femke Halsema en Jolande Sap hebben beiden bijvoorbeeld steeds benadrukt dat GroenLinks de vrijheid van godsdienst verdedigt. De partij komt op voor de emancipatie van migranten en stelt discriminatie op de arbeidsmarkt aan de kaak. Spanning tussen grondrechten, zoals tussen de vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling van bijvoorbeeld homo’s, wordt doorgaans pragmatisch opgelost.
De laatste tijd wordt echter een tendens zichtbaar van minder tolerantie tegenover die godsdienstvrijheid, zoals blijkt uit het politieke gedrag ten aanzien van weigerambtenaren en ritueel slachten. Hier wordt de rechtstatelijke erkenning van de godsdienstvrijheid doorsneden door een hardnekkig beeld van religie als antimodern.
Begrippen als orthodoxie en fundamentalisme worden door elkaar gebruikt. De gelovige krijgt kenmerken toebedeeld die dicht in de buurt komen van het klassieke beeld van de barbaar, de tegenspeler van de moderne mens: hij is primitief en irrationeel, staat op gespannen voet met moderniteit of zelfs democratie, en is in de gestalte van fundamentalistische terrorist, ook gewelddadig en wreed.
Dit beeld dient als contrast om de eigen linkse vrijzinnigheid, die democratisch, tolerant en ruimdenkend is, beter te doen uitkomen. Maar op het moment dat het gelijk van de vrijzinnigheid wordt verkondigd, treedt de dialectiek tussen beschaving en barbarij in werking: door de eigen vrijzinnige identiteit als superieure norm te stellen tegenover een conservatieve religie, wordt de tolerante vrijzinnigheid zelf weer autoritair. De geconstrueerde tegenstelling komt als een boemerang terug: de vrijzinnigheid verraadt trekken van zijn tegenstander, de antitolerante religie.
In plaats van hen weg te zetten als achterlijk, zou links zich beter kunnen inspannen gelovigen beter te leren kennen. Ontmoetingen met mensen van vlees en bloed zijn altijd al de beste remedie geweest tegen gestileerder beelden.
Steeds meer draait links alleen het lelijke gezicht van de januskopreligie naar voren, terwijl het zeker voor een partij als GroenLinks niet al te moeilijk zou moeten zijn zich te herinneren dat veel emancipatiebewegingen religieuze oorsprongen kennen.
Het debat over de betekenis en teksten en dogma’s door de eeuwen heen, heeft geleid tot een brede, maar voortdurend aangevochten consensus over de belangrijkste uitgangspunten en grenzen van het geloof. Dat noemen we de orthodoxie. Net als in de politiek kan dit debat ook leiden tot actieve strijd en soms zelfs ontaarden in een oorlog. Maar wie beweert dat de orthodoxie wringt met de democratie, moet terug naar school.
Met meer recht kun je zeggen dat democraten nog wel iets van de orthodoxie zouden kunnen leren. Links zou daarom steun moeten geven aan een orthodoxe en vrijzinnige omgang met religie – die beter bij hem past dan de huidige keuze voor een conservatieve, zelfs fundamentalistische religieopvatting, die ook nog eens als maatgevend voor alle religieuze uitingen wordt gezien.
Die benadering doet zelf fundamentalistisch aan. Eén deel van iets of iemand aan te zien voor de onveranderlijke kern van het geheel, is eigen aan het fundamentalisme, dat inderdaad meent de waarheid in pacht te hebben. (Zolang fundamentalisten echter niet naar geweld grijpen, is er geen reden hun een plek in de publieke ruimte te ontzeggen.)
Definitieve beelden bestaan niet, noch van de anderen, noch van onszelf. Het wezen van geen enkele cultuur of religie ligt vast. Juist dit inzicht zou links ertoe moeten aanzetten meer weerstand te bieden tegen populistische beelden van moslims en gelovigen.
De auteur is theoloog en hoofdredacteur van De Helling, een kwartaalblad over politiek en cultuur dat wordt uitgegeven door Bureau de Helling, het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks.