Dat maakte het ministerie van Landbouw vrijdag bekend. Op twintig schapenbedrijven werden sinds 1 december misvormde schapenlammeren geboren, aldus de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Het Centraal Veterinair Instituut (CVI) trof op 15 december in de hersenen van twee lammeren van hetzelfde bedrijf het Schmallenbergvirus aan.

Al eerder, op 18 november, toonde het Duitse Friedrich Löffler Institut (FLI) het Schmallenbergvirus –genoemd naar het Duitse plaatsje waar het virus werd aangetroffen– aan in bloedmonsters van zieke runderen. Ook in Nederland werd in augustus en september een hoog aantal gevallen van diarree, koorts en melkgiftedaling op 80 rundveebedrijven gemeld. Recent werden vijftig bloedmonsters van koeien met diarree getest. Daarvan waren er achttien bespmet met het virus.

Koeien die besmet zijn met het Schmallenbergvirus, geven fors minder melk en krijgen heftige diarree. Na ongeveer tien dagen zijn de verschijnselen weg en is ook de melkproductie terug op het oude niveau. Drachtige dieren die met het virus worden besmet, kunnen misvormde kalveren of lammeren voortbrengen.

Het Schmallenbergvirus is volgens de GD en de Duitse wetenschappers een variant van het al bekende akabanevirus, dat vooral in Australië en Nieuw-Zeeland voorkomt en overgebracht wordt door muggen.

In een brief aan de Kamer noemt Bleker noemt een verdere toename van misvormde schapenlammeren als gevolg van dit virus „zeer waarschijnlijk.” Ook sluit hij niet uit dat er kalveren en geitenlammeren met afwijkingen worden geboren.

Op basis van een eerste risicoanalyse acht het RIVM het risico voor de volksgezondheid gering. Er kunnen nog geen preventie- of bestrijdingsmaatregelen genomen worden omdat er geen gegevens zijn over hoe het virus zich verspreidt.