Kabinet zet ondanks kritiek bankheffing door
DEN HAAG (ANP) – Ondanks de forse kritiek van de Raad van State zet het kabinet de invoering van een bankenbelasting volgend jaar door. Minister Jan Kees de Jager (Financiën) maakte dat vrijdag duidelijk na afloop van de ministerraad.
In een advies heeft de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet, het voorstel tot een bankenbelasting gekraakt. De raad stelde niet overtuigd te zijn van de motieven voor zo’n heffing.
Zo wees de raad erop dat alle banken er door worden getroffen, terwijl maar een aantal in crisistijd steun heeft gekregen van de overheid. Voordat er „op verantwoorde wijze” een bankenbelasting zou kunnen komen, zou het kabinet volgens de raad eerst een visie moeten ontwikkelen op de rol van banken in de samenleving.
Daarnaast is er ook kritiek op het streven van het kabinet om via de bankenbelasting de bonussen in de financiële sector aan te pakken. De raad vindt de timing ongelukkig omdat volgens onderzoek banken en verzekeraars juist goed op weg zijn met hun beloningsbeleid. Ook vraagt de raad zich af of de maatregel wel effectief is.
Maar volgens De Jager is er „een maatschappelijk belang” en zet het kabinet daarom door. „De maatschappelijke weerstand tegen perverse bonussen is voor mij aanleiding om door te gaan.” Hij kondigde aan de Raad van State verdere uitleg te geven.
In het advies stelt de Raad van State dat er in tegenstelling tot wat het kabinet nastreeft wel sprake is van een stapeling van meerdere maatregelen voor banken. „De financiële instellingen worden immers ook geconfronteerd met tal van andere maatregelen”, aldus de raad. Dan gaat het onder meer om strengere kapitaaleisen, bijdragen aan het depositogarantiestelsel en strenger toezicht. De raad vreest dat kredietverlening door banken hierdoor „duurder en moeizamer” wordt, terwijl die juist nu vanwege de crisis van groot belang is. Gevreesd wordt ook dat er grote verschillen bestaan tussen landen waar bankenheffingen worden ingevoerd.