Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in zaak-Zeewolde
DEN HAAG – De Hoge Raad heeft, naar donderdag bekend werd, het cassatieberoep van H. R. H. A. de Boer, voormalig predikant van de christelijke gereformeerde kerk (cgk) te Zeewolde, verworpen.
Dat blijkt uit het arrest van het hoogste Nederlandse rechtscollege, gedateerd 9 december. Hiermee lijkt een einde gekomen aan een kwestie die in 2000/2001 begon en bekend kwam te staan als de zaak-Zeewolde.
Partijen in deze zaak zijn H. R. H. A. de Boer, die in 2003 door de christelijke gereformeerde classis Amersfoort werd afgezet als predikant van Zeewolde, en deze cgk en de classis anderzijds. De kwestie begon te spelen in 2000, toen er grote problemen in de gemeente waren ontstaan, die te maken hadden met het optreden van de predikant en enkele kerkenraadsleden. Begin 2001 kwam een en ander bij de classis terecht.
Op 2 februari 2005 sprak de kantonrechter van Lelystad uit dat de classis Amersfoort ds. De Boer ten onrechte had „ontslagen.” Eerder had De Boer een appel bij de generale synode van de CGK ingetrokken omdat hij geen enkel vertrouwen meer had in de kerkelijke rechtsgang.
De uitspraak van de kantonrechter leidde in kerkelijk Nederland tot de nodige beroering: volgens de rechter diende de verhouding tussen De Boer en de christelijke gereformeerde kerk te Zeewolde „te worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:610 van het Burgerlijk Wetboek.” Hij veroordeelde de cgk van Zeewolde „tot betaling aan De Boer van ruim 10.000 euro (bruto) ter zake van onregelmatig ontslag en 30.000 euro (bruto) ter zake van kennelijk onredelijk ontslag, als ook tot betaling van de kosten van het geding.” De advocaat van De Boer, mr. P.J. den Boef, merkte naar aanleiding hiervan op dat „de rechter hier een wissel heeft omgezet. Dit heeft nogal wat consequenties, ook voor de gereformeerde gezindte als geheel.”
Beide partijen gingen tegen de uitspraak in beroep. Lange tijd bleef het vervolgens onduidelijk welke kant het op zou gaan. In januari 2010 kwam die duidelijkheid er wel, toen het gerechtshof van Arnhem De Boer „in zijn vorderingen niet-ontvankelijk” verklaarde. Volgens het hof had de voormalige predikant van Zeewolde eerst de kerkelijke rechtsprocedure binnen de CGK moeten doorlopen (classis – particuliere synode – generale synode) voordat hij de –eventuele– gang naar de burgerlijke rechter maakte.
De advocaat van De Boer, mr. P. J. den Boef, ging tegen de uitspraak van het Arnhemse gerechtshof in cassatie bij de Hoge Raad. Hij vroeg het hoogste Nederlandse rechtscollege het arrest te vernietigen.
Vorige week heeft de Hoge Raad dit cassatieberoep verworpen, zo werd donderdag bekend. Hiermee staat het oordeel van het gerechtshof –waarover de Hoge Raad inhoudelijk verder geen uitspraak doet– vast. De Boer werd veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding.
Mr. Den Boef, noemt de uitkomst desgevraagd „teleurstellend. Daar wil ik het bij laten.” Op de vraag of de zaak-Zeewolde hiermee definitief ten einde is, houdt hij nog even een slag om de arm. „Ik denk het wel.”
Mr. P. T. Pel, raadsman van de CGK, geeft aan „blij” te zijn dat er hiermee voor de kerk een einde komt aan de procedure. „Het gerechtshof heeft eerder de kerkelijke rechtsgang uitgebreid getoetst. De kritiek van De Boer op de kerkelijke procedure is toen weerlegd. De zaak is kerkelijk zorgvuldig behandeld en er was geen deugdelijk motief om naar de burgerlijke rechter te stappen. Dit is belangrijk voor de kerk-staatverhouding. De cassatieprocedure heeft dit niet veranderd.”
Lees meer over de zaak-Zeewolde in ons archiefsysteem Digibron. Klik hier voor een lijst zoekresultaten.