Emotioneel debat over rituele slacht in Amsterdamse synagoge
AMSTERDAM – Het is „onsmakelijk” om het lot van dieren met bijvoorbeeld de vroegere positie van slaven of vrouwen te vergelijken.
Dat betoogde historica Amanda Kluveld dinsdagavond in de Uilenburger Synagoge in Amsterdam op een symposium over de rituele slacht. Op hetzelfde moment debatteerde de Eerste Kamer over het wetsvoorstel van Kamerlid Thieme van de Partij voor de Dieren om de rituele slacht in beginsel te verbieden. Afgelopen nacht bleek dat een meerderheid in de Senaat dat voorstel naar alle waarschijnlijkheid niet steunt. Kluveld: „Het is een heel rare redenering om in de discussie over dierenrechten te verwijzen naar de bevrijding van slaven en de emancipatie van vrouwen. Dat is een heilloze weg.”
Bij de rituele slacht „wordt stil gestaan bij de waarde van het nemen van het leven”, zei Kluveld, columniste bij de Volkskrant. „Dat vind ik mooi. Als we het hebben over het gebrek aan goede zeden, zou ik eerder naar de bio-industrie kijken.”
In „polderen”, waarbij een compromis wordt bedacht dat de voorstanders van een verbod op rituele slacht tegemoet komt, ziet Kluveld „niet zo veel goeds.” „Ik kies voor de gelovige. Het maakt mij niet zo veel uit hoe lang dieren bij de rituele slacht precies lijden. Als je, onder het mom dat we nu eenmaal in 2011 leven, de rituele slacht zoals die nu functioneert niet meer toestaat, verlies je wat. Dat is een pijnlijke zaak, daar gaat een samenleving aan kapot.”
Dierenbeschermers kunnen met een pleidooi voor een verbod op ritueel slachten zich „moreel superieur” voelen, betoogde Kluveld. Ook bestaat de mogelijkheid dat voorstanders van een verbod orthodoxe gelovigen op een subtiele wijze de mond snoeren, zei ze met zoveel woorden. De historica trok een vergelijking met de nazitijd, toen de Duitsers de kosjere slacht verboden. „De Duitsers zullen het ongetwijfeld voor dieren hebben opgenomen, maar gaven op deze manier wel voeding aan bloedsprookjes.” Daarbij doelde Kluveld op het aanwakkeren van antisemitisme.
Kluvelds opmerking zorgde voor een woedende reactie van iemand uit de zaal, die het opnam voor de dierenbescherming. „Stop hiermee!” schreeuwde de man, terwijl hij vloekend overeind vloog. „De intenties van de dierenbescherming zijn integer!”
Filosoof drs. Erno Eskens, voorstander van een verbod op rituele slacht, zei „pijn in de buik” te krijgen van de beschuldiging dat de indieners van het wetsvoorstel voor een verbod op de rituele slacht de Joodse en islamitische gemeenschap willen beschadigen. „Het gaat ons puur om dierenwelzijn. Dieren hebben gevoel.”
Aan het begin van de twintigste eeuw stond de Joodse slacht in Nederland nog goed bekend, schetste historicus drs. Bart Wallet, verbonden aan de vakgroep Hebreeuws, Aramees en Joodse Studies van de Universiteit van Amsterdam. „De minister van Oorlog bepaalde in 1905 nog dat in militaire slachthuizen alleen op Joodse wijze geslacht mocht worden. Dat zou de beste methode zijn.”
In latere jaren werd de kosjere slacht „plotseling” als „bloederig en Middeleeuws” gezien, betoogde Wallet. Toen in 1919 de vleeskeuringswet werd ingevoerd, werd een uitzonderingsbepaling gemaakt voor kosjere slacht gemaakt. „De verdoofde slacht werd norm. Toen was er al teleurstelling onder Joden. Waarom wordt onze methode niet gelijkgesteld met de verdoofde slacht?”
In het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw kwam de kosjere slacht steeds meer onder vuur te liggen, stelde Wallet. „Antireligieuze vrijdenkers vonden de kosjere slacht maar een rare rite. Verder waren dierenbeschermers in opkomst. Er kwamen nieuwe methoden om dieren te slachten. Denk aan de elektrische stroomstoot.”
Opvallend is dat het dierenactivisme dat zich richtte tegen de Joodse slacht „vleugels kreeg” toen de nazi’s in Duitsland de rituele slacht verboden. Saillant is dat Nederlandse dierenactivisten Hitler een felicitatietelegram stuurden, omdat hij volgens de activisten het dierenwelzijn diende, meldde Wallet.
Zeker voor de oorlog zagen Joden „Nederland als een klassiek voorbeeld van een verdraagzaam land. Ze dachten dat de rituele slacht misschien in alle andere landen zou worden verboden, maar hier niet.”
In een stad als Amsterdam werd voor de Tweede Wereldoorlog de helft van het vlees kosjer geslacht, terwijl Joden 10 procent van de lokale samenleving vormden, betoogde Wallet.
Politiek commentator Max van Weezel, presentator van het radioprogramma ”Met het oog op morgen”, stelde dinsdagavond dat de opstelling van de PvdA in de Tweede Kamer bij de behandeling van het omstreden wetsvoorstel „geen wonder van tactiek” was. „Voor zover ik heb kunnen waarnemen heeft PvdA-leider Cohen zich niet met de kwestie bemoeid. Binnen de partij werd de politieke portee van de zaak niet beseft.”
De politieke commentator stelde dat senatoren als Barth (PvdA) en Ganzevoort (GroenLinks) „wat anders aankijken tegen de balans tussen dieren- en mensenrechten” dan menigeen in de Tweede Kamer, die „meer de doorgeschoten geseculariseerden representeert.”
Van Weezel zei zich aardig te kunnen vinden in een opmerking dinsdag van SGP-senator Holdijk. „Die zei dat mensen zich nu beter kunnen verplaatsen in een kip dan in een gelovige. Er zit veel in zo’n opmerking.”
Van Weezel was kritisch over de wijze waarop uit Joodse kring is gereageerd op het wetsvoorstel van Thieme. „Je moet mensen niet zomaar antisemiet noemen en ergens de Tweede Wereldoorlog bij halen. Dat leidt in de politiek tot een schrikreactie.”