Kerk & religie

Kerk als bindmiddel voor Baltische staten

Na een Russische overheersing van bijna 300 jaar zijn de Baltische staten weer onafhankelijk. Rusland heeft afgedaan, maar een eigen identiteit opbouwen blijkt niet eenvoudig. In de kerk vinden de Balten een middel om zichzelf van binnenuit te onderscheiden.

J. Hoekman
18 July 2003 19:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:26
TALLINN - De Russische invloed op de religie in de Baltische staten is tijdens de sovjetperiode groot geweest. Veel kerken werden gesloten, andere verwoest. Nu keren de Baltische staten zich af van iedere vorm van Russische inmenging. Van het Russisch-ort
TALLINN - De Russische invloed op de religie in de Baltische staten is tijdens de sovjetperiode groot geweest. Veel kerken werden gesloten, andere verwoest. Nu keren de Baltische staten zich af van iedere vorm van Russische inmenging. Van het Russisch-ort

In Tallinn en Riga, de hoofdsteden van Estland en Letland, wordt duidelijk dat Rusland niet erg populair is. De Russische minderheid woont goeddeels in Russische wijken buiten het centrum, gescheiden van de autochtone bevolking. Ze trekken ook gescheiden op in hun godsdienst: Russen blijven Russisch-orthodox, Esten luthers, of atheïst.

Maar niet alleen in de hoofdsteden, ook op het platteland van Litouwen is de meegaandheid met de Russen niet erg groot. „Russisch water”, noemt een man de befaamde Russische wodka. En dat terwijl juist Litouwen de meeste moeite heeft met het afschudden van het sovjet-juk uit het verleden.

Het is niet vreemd dat Estland, Letland en Litouwen lange tijd door Rusland werden overheerst. Aan de ene kant zijn de landen ingeklemd door de Baltische Zee, aan de andere kant door het immense Russische rijk. Gedurende de sovjetperiode maakte Stalin er satellietstaten van, onder sterke invloed van Moskou. Dat betekende onder meer invoering van het atheïsme. De geheime dienst KGB infiltreerde in de Lutherse Kerk, voorgangers werden gedeporteerd en verwoeste kerken nooit meer opgebouwd. In Estland daalde het aantal kerkgangers in de jaren zestig van de vorige eeuw tot zo’n 8 procent van de bevolking.

Na de val van het communisme in 1989 en het aanbreken van het tijdperk van de Russische glasnost (openheid) werden de Baltische staten zelfstandig. En rekenden ze af met de Russische erfenis. Dat het nog niet eenvoudig is daar een eigen identiteit voor in de plaats te stellen, blijkt uit de criminele en corrupte praktijken in met name Litouwen. Maar in de kerk vinden de Balten een middel om zich te onderscheiden van Rusland én om weer terug te keren tot hun historische wortels.

Historisch gezien is Estland sinds de Reformatie een lutherse staat. Letland, met zijn oude hoofdstad Riga, is deels luthers, deels katholiek. En het lange tijd op Polen georiënteerde Litouwen is goeddeels rooms-katholiek.

Alhoewel Estland doorgaat voor een lutherse staat, zijn er weinig landen in Europa waar minder kerkgangers zijn dan juist de meest noordelijke van de drie Baltische staten. Slechts 23 procent van de Esten zei in een opiniepeiling uit 1992 een religieuze overtuiging te hebben, en zelfs dat lage percentage is aanzienlijk meer dan tijdens de Russische overheersing.

Maar juist in het op Finland georiënteerde Estland heeft de Lutherse Kerk een belangrijke rol gespeeld in het groeiende nationaal bewustzijn van de laatste decennia, betoogt Andrew Hart van de universiteit van South-Carolina. De lutheraan is gespecialiseerd in de verhouding tussen kerk en staat in Oost-Europa.

De herleving van het Estse religieus bewustzijn in de laatste tientallen jaren brengt Hart direct in verband met de invloed vanuit Rusland. „In de streken in Estland waar de meeste Russen kwamen wonen, groeide de Lutherse Kerk het snelst. Dat kan verklaard worden vanuit het idee dat de Esten een sterk nationaal symbool zochten voor hun verleden, in het licht van de massale Russische immigratie.”

Hart ziet de kracht van de Estse religie niet zozeer terug in de daadwerkelijke kerkgang, maar meer in wat hij noemt de „latente kerk.” „De solidariteit van de kerk en andere gezamenlijke elementen uit de burgerlijke religie hielpen Estland om de invloed uit Rusland te kunnen overleven.”

Tekenend voor het gevecht tegen de Russische invloed is de totstandkoming van een Estse tak van orthodoxie. Waar de Russische immigranten Russisch-orthodoxe kerken bezoeken, is de kleine Estse orthodoxe minderheid daar wars van. Hun kerk richt zich op het Grieks-orthodoxe patriarchaat, hoewel Moskou veel dichterbij is.

Na tientallen jaren van sovjet-onderdrukking kreeg de vrijheid van religie rond 1990 weer volop een plaats in de Baltische samenleving. Die godsdienstvrijheid vormde een van de belangrijkste pijlers van de onafhankelijkheidsgroeperingen in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Dat blijkt duidelijk in Estland, maar ook in Letland en Litouwen.

Bij dit alles is het de vraag of de eigenlijke bedoeling van de kerken -de lutherse in Estland en Letland, de rooms-katholieke in Litouwen- tot haar recht komt. Een kerk is méér dan een middel om de eigen identiteit te hervinden en zich af te zetten tegen een groot buurland. In dat licht bezien is de Reformatie in Estland en Letland in een vroeg stadium blijven steken en in Litouwen zelfs geheel niet van de grond gekomen.

Tegelijkertijd is het opmerkelijk dat de Baltische staten, na het opgelegde atheïsme gedurende de sovjetperiode, juist de kerk als bindmiddel in de herlevende natie beschouwen. Waar Nederland zijn identiteit eerder ontleent aan het afschaffen van de kerk, is het waardevol dat de drie kleine en onbekende landjes in Oost-Europa, met anderen, het belang van hun historische wortels inzien. Met hun toetreding tot de Europese Unie in mei volgend jaar kunnen zij -samen met grote broer Polen- het verlichte West-Europa wellicht meer van dat belang doordringen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer