Kerk & religie

Economische crisis bedreigt ook het Cheider

De school beschouwt zichzelf als het „kloppend hart” van de Joodse gemeenschap in Nederland. „Maar dat hart wordt bedreigd door hartstilstand”, zo verwoordt opperrabbijn B. Jacobs de situatie waarin het Cheider in Amsterdam momenteel verkeert. Drs. B. Belder en dr. M. van Campen: „Zie onze actie als het reiken van een hand aan onze oudste broeder.”

A. de Heer

9 December 2011 21:29Gewijzigd op 14 November 2020 18:08
V.l.n.r. drs. B. Belder, rabbijn B. Jacobs, dr. M. van Campen. Foto RD, Henk Visscher
V.l.n.r. drs. B. Belder, rabbijn B. Jacobs, dr. M. van Campen. Foto RD, Henk Visscher

Ruim een ton, zo’n 120.000 euro – dat is het bedrag wat het Cheider de komende maanden tekortkomt. „Als dat geld er niet komt, is het gebeurd met het Joods onderwijs op deze school”, zegt dr. Van Campen, voorzitter van de christelijke stichting Vrienden van het Cheider. „Het voortbestaan van het Cheider staat dus op het spel.” Opperrabbijn Binyomin Jacobs, vicevoorzitter van het schoolbestuur: „Ik lig er de laatste weken nachten wakker van.”

Gedrieën zitten ze deze middag in een van de werkvertrekken van de onderwijsinstelling in het Amsterdamse stadsdeel Buitenveldert: opperrabbijn Jacobs, de hervormde emeritus predikant Van Campen en SGP-europarlementariër Belder. Op de tafel voor hen enkele Hebreeuwse werken, waaronder het Bijbelboek Genesis. Buiten, op het schoolplein, spelen Joodse kinderen hun spel – de meisjes in rok, de jongens een keppeltje op.

Het was tijdens het recente bezoek van enkele leden van het Israëlisch parlement aan de synagoge in Middelburg dat Belder vernam van de problemen waarmee het Cheider op dit moment kampt. De SGP’er, voorzitter van de Israëldelegatie in het Europees Parlement, was medeorganisator van het werkbezoek. „Vorig jaar hebben we de grote synagoge in Brussel bezocht, het jaar ervoor het Cheider. Deze keer stond onder andere de synagoge van Middelburg op het programma. Opperrabbijn Jacobs heeft daar een indrukwekkende toespraak gehouden over de positie van Joden in Nederland, die er de laatste jaren bepaald niet beter op wordt. En in de marge vertelde hij me toen over de situatie op het Cheider.”

Jacobs: „Het Cheider is het kloppende hart van de Joodse cultuur in Nederland. Daar lag in de jaren zeventig ook de reden tot oprichting van de school: van die cultuur was bijna niets meer over. Maar, dat kloppende hart wordt nu bedreigd door hartstilstand.”

Daarmee zóú u kunnen bedoelen dat de school zijn hart, zijn identiteit, aan het verliezen is.

„Nee. Met hartstilstand bedoel ik: de Joodse gemeenschap in Nederland is klein geworden. Mensen, gezinnen, trekken weg, onder andere door het almaar toenemende antisemitisme. En de orthodóx-Joodse populatie, die zich strikt aan de Joodse leer wil houden, is nog veel kleiner, bestaat uit hooguit een paar honderd mensen. Maar dat is wel de groep waarvoor het Cheider is bedoeld, al wil de school tegelijk ondersteunend zijn voor de hele Joodse gemeenschap.”

Wat is er precies aan de hand?

„Laat ik eerst dit zeggen: het probleem ligt nadrukkelijk niet bij de overheid. Die is ons buitengewoon goed gezind. Van de overheid krijgen we alle medewerking. Máár: geld van de overheid krijgen we eigenlijk alleen voor het algemene onderwijs. Het specifiek Joodse onderwijs, godsdienstles, de lessen in de Talmoed, noem het maar op, én niet te vergeten de beveiliging, moeten we zelf betalen. Daarin worden we gesteund door de Vrienden van het Cheider, en door middel van subsidies en andere fondsen, van de Joodse gemeente in deze stad onder andere. Maar de economische crisis gaat ook hen niet voorbij. Het geld is op. En daardoor is deze crisis ontstaan. Waarbij het om een tijdelijk probleem gaat. Kunnen we de komende maanden overbruggen, dan komt het daarna wel weer goed. Als we de begroting maar weer sluitend krijgen.”

Van Campen: „Als stichting Vrienden van het Cheider zien we onze inkomsten overigens niet teruglopen. We hebben als het daarover gaat in de gereformeerde gezindte een trouwe achterban. Waarbij ons doel met name is de hoge beveiligingskosten waartegen het Cheider aanloopt te betalen.”

Belder: „De beveiligingskosten zijn inderdaad een deel van het probleem. Moet je je trouwens voorstellen dat deze school, in onze samenleving, bevéíligd moet worden. Ik vind dat een aanklacht tegen de Nederlandse samenleving.”

Jacobs: „En niet alleen de school zelf – de kinderen weten niet anders meer. Er lopen hier continu twee beveiligers rond. Maar ook met uitstapjes, schoolreisjes, moeten er altijd beveiligers mee.”

Belder: „En niet voor niets ook. Ik heb het laatst zelf ervaren, tijdens het bezoek van de Knessetleden. Toen we net weer in Brussel waren gearriveerd en ergens gingen eten, dook er plots een groepje jongens op dat riep: „Boycot Israël!” Ik kan je zeggen: dan voel je je niet op je gemak. Alleen al: hoe wéten ze dat wij hier zitten? In dat opzicht ziet de situatie voor Joden in Europa er opnieuw niet bepaald gunstig uit.”

Jacobs: „Toen ik 38 jaar geleden terugkwam in Nederland, werd ik nooit nageroepen. Nu komt het met regelmaat voor. Maar er is ook een andere kant. Ik kan geen trein instappen of er is wel iemand die tegen me zegt: We staan achter je. En dat ik in de christelijke gemeenschap échte vrienden heb gekregen, dat Van Campen en ik regelmatig diepgaande theologische gesprekken voeren, had ik 38 jaar geleden ook niet kunnen bevroeden. Dat wij hier nu bij elkaar zitten, vind ik hartverwarmend.”

Terug naar het Cheider. Wat gaat u doen?

Dr. Van Campen: „Toen Belder van de crisis hoorde, heeft hij mij, als voorzitter van de Vrienden van het Cheider gebeld. Of wij iets konden doen. We hebben toen de handen ineengeslagen, en besloten tot twee advertenties in het Reformatorisch Dagblad. Een paginagrote, waarin de fractie waarvan Belder deel uitmaakt in het EP, oproept tot steun aan de Joodse gemeenschap in Nederland, en –omdat een eurofractie niet actief mag werven– een kleinere waarin wij deze oproep onderstrepen. Daarin vragen we elk gezin om 18 euro, een symbolisch getal, over te maken.”

Rabbijn Jacobs: „Het Hebreeuwse woord chai, wat leven betekent, heeft een getalswaarde van 18.”

Dr. Van Campen: „En dat is precies onze gedachte: we hopen dat deze actie ertoe leidt dat de school nieuw leven ingeblazen kan worden.”

Wat verwácht u van de actie?

Van Campen: „Ik verwacht dat de steun zál komen. Juist in de gereformeerde gezindte zie je nog steeds dat er liefde is tot het Joodse volk, met name onder hen die de oude schrijvers lezen.”

Belder: „Ik heb er ook wel vertrouwen in. Als ik ergens spreek over de ontwikkelingen in de Arabische wereld, met als gevolg een almaar verder toenemende dreiging voor Israël, merk je elke keer weer dat er oprechte liefde is tot het Joodse volk.”

Van Campen: „Al zie je steeds meer ook een andere kant ontstaan. Ook in de gereformeerde gezindte zie je de kritiek op Israël toenemen.”

Jacobs: „Is dat zo?”

Van Campen: „Zeker. Als je wist hoeveel ik, om maar wat te noemen, over me heen heb gekregen naar aanleiding van een Israëlbrochure die ik schreef voor de Gereformeerde Bond… Maar dat moet nu niet in de krant.”

Jacobs: „Misschien juist wel. Want dat betekent dat jullie blijkbaar tegen dezelfde dingen gaan aanlopen als wij.”

Aan de andere kant: waarom zouden christenen orthodox-Joods onderwijs (financieel) moeten steunen?

Dr. Van Campen: „Die vraag hebben we als stichting Vrienden van het Cheider zeker in het verleden heel wat keren gekregen. Twee dingen. Allereerst zeggen we met Paulus: de Joden zijn nog altijd de beminden om der vaderen wil. En ten tweede: er ligt een ereschuld. Nooit zal ik in dit verband vergeten wat mijn oma, die uit een piëtistisch milieu kwam, tegen me zei toen ik 7 was: Jongen, wie het Joodse volk aanraakt, raakt Gods oogappel aan.”

Belder: „Die liefde voor het Joodse volk, als het bondsvolk, heb ik ook van huis uit meegekregen. Ik ben opgevoed met het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Ik ben daar nog altijd dankbaar voor – dat ik de liefde voor de Schrift heb meegekregen én daarmee liefde voor het volk van Israël.”

Rabbijn Jacobs: „Door de jaren heen ben ik ook gaan zien dat er veel meer is dat ons bindt dan dat ons scheidt. Neem de Tien Geboden. Die nemen jullie serieus, en wij ook.

Maar ik wil dit toch ook zeggen. Christenen móéten ons niet steunen. Dat hoeft helemaal niet. Ik voel me er zelfs bezwaard bij. Begrijp me goed: ik waardeer dit bijzonder. Buitengewoon. Maar het móét niet. Wij zijn zo klein geworden, wij kunnen het niet meer betalen. Ik had me liever wat meer gelijkwaardig gevoeld. Nu voelt het een beetje als de bedelaarshand ophouden.”

Dr. Van Campen, terwijl ook Belder heftig nee schudt: „Nee, zo moet u het echt níét zien. Voor ons is dit meer een heilig moeten. Ik hoop dat u dat van ons wilt aannemen.”

Rabbijn Jacobs: „Maar toch… Nee. Het voelt voor mij niet goed.”

Belder: „Het Joodse volk blijft, hoe dan ook, onze oudste broeder. En wat wij nu doen, is niet meer dan hem de broederhand reiken.”


Het Cheider

Onder grote belangstelling opende prinses Margriet op 2 februari 1994 het nieuwe schoolgebouw van de Stichting Joodse Kindergemeenschap het Cheider in Amsterdam-Buitenveldert, de enige orthodox-Joodse school in Nederland – voor leerlingen van twee tot achttien jaar. Daarmee ging een al veel langer bestaande wens in vervulling.

Met lede ogen zien sommige orthodoxe Joden, onder wie oud-verzetsman A. J. U. (Adje) Cohen, eind jaren zestig, begin zeventig, toe hoe de traditioneel-Joodse cultuur in Nederland dreigt te verdwijnen. Aanleiding om tot actie over te gaan vormt, zomer 1974, een Joods jongetje dat met zijn driewieler door de huiskamer fietst, zijn keppeltje verliest – en niet opraapt. Cohen ontruimt twee kamers in zijn Amsterdamse flat en begint een ‘school’, met vijf leerlingen. Het Cheider (letterlijk: huiskamer) is geboren.

Bij de opening van het huidige schoolgebouw, met 55 lokalen, merkt voorzitter Cohen volgens Trouw (3 februari 1994) op: „Het Cheider staat als een huis in joods Nederland, als een uiting van vitaal, traditioneel echt jodendom.”

Op het hoogtepunt telt de onderwijsinstelling zo’n 280 leerlingen. Op dit moment zijn dat er nog ongeveer 200. Zij komen niet alleen uit Amsterdam; ook uit steden als Amersfoort, Den Haag, Rotterdam, Haarlem en zelfs –één leerling– uit Nijmegen.

Is (meer) samenwerking met bijvoorbeeld de Joodse scholengemeenschap Maimonides in de hoofdstad niet mogelijk? „Eigenlijk is dat hetzelfde als een reformatorische school vragen nauwer te gaan samenwerken met een pc-school”, zo klinkt het tijdens het gesprek.


Lees meer over het Cheider in ons archiefsysteem Digibron. U vindt daarin ook enkele foto’s.

Comité Vrienden van het Cheider opgericht, ten bate van orthodox-joodse school (artikel in het Reformatorisch Dagblad uit 1987).

Cheidervrienden zetten werk voort in stichting, beveiliging joodse school blijft noodzakelijk (artikel in het Reformatorisch Dagblad uit 1988).

Een klas vol keppeltjes, op Joodse school het Cheider zitten jongens en meisjes in een apart lokaal

(reportage in het Reformatorisch Dagblad uit 2000).

Cheider, school met 603 wetten. Joodse jongeren krijgen zo’n vijftig uur per week les (reportage in het Reformatorisch Dagblad uit 2008).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer