Opinie

Verkondig het Evangelie als „bijwoner” in woord en daad

Het Evangelie is voor velen een ergernis en een dwaasheid. Tegen de tijdsgeest in mogen christenen het als „vreemdeling en bijwoner” verkondigen in woorden en daden, reageert dr. Kees Boele.

8 December 2011 17:48Gewijzigd op 14 November 2020 18:06

Onlangs heb ik in deze krant de vreemdelingschap van de christelijke gemeente benadrukt en gewaarschuwd voor een christendom dat zich laat uitdagen door de wereld (RD 18-11). Blijkens enkele reacties (RD 30-11 en 6-12) wekte dit de indruk dat allerlei goede christelijke werken zinloos zouden zijn, inclusief het christelijk onderwijs dat mensen nu juist daarvoor opleidt. Hoe zit dat nu?

Vanzelfsprekend zijn wij geroepen om goede werken te doen, anders konden we de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) beter sluiten en in een klooster gaan zitten. De vraag is wel waarom wij goede werken doen. Omdat de wereld ons daartoe uitdaagt? Nee, omdat God ons daartoe roept, ja, ook in ons beroep, maar vooral om Hem dankbaarheid te bewijzen en onze naaste voor Christus te winnen.

We doen ze dus niet om op de half voltooide toren van Babel een christelijke spits te bouwen. In dat geval laten wij onze christelijke projecten en initiatieven namelijk aansluiten op de criteria van de wereld: dat is mijn belangrijkste punt.

Dat de CHE voor de achtste keer de beste hogeschool is geworden, is prachtig, maar het is een ranglijst op basis van Haagse criteria. Als christelijke hogeschool zullen wij telkens de vraag moeten stellen hoe wij ons verhouden tot de criteria van het Koninkrijk der hemelen. Dat andere wordt ons dan bovendien geschonken. Ons burgerschap is namelijk in de hemelen en niet in Den Haag.

Christus heeft Zich overgeven om ons te trekken uit de tegenwoordige wereld (Gal. 1:4), aan welke wij dus ook niet gelijkvormig moeten worden (Rom. 12:2). De Romeinen noemden de christenen „vijanden van de menselijke soort.” Ignatius (circa 100 na Chr.) erkende Christus als enige Heer (en dus niet de Romeinse keizers). Hij wist zich niet zozeer uitgedaagd door de Romeinen, maar door God geroepen om Zijn Naam te belijden en, inderdaad, ook goede werken te doen. Zijn beloning was een enkele reis Colosseum, om terechtgesteld te worden.

Wij moeten ons klaarmaken voor een tijd dat er in het christelijk onderwijs keuzes gemaakt moeten worden, die misschien deels niet meer goed passen in de criteria van Den Haag en die ons doen zakken op zijn ranglijst. Danken wij God dan met Paulus en Ignatius voor een smadelijke behandeling of is onze eerste reflex vooral bestuurlijk?

Het Evangelie is en blijft een ergernis en dwaasheid. Daarom bewijzen wij het niet, maar verkondigen het, in woorden en daden. Als CHE leiden wij voor dat laatste op, met het oog op een wereld die het Evangelie alleen maar relevant vindt als het hem uitkomt.

In onze tijd, die steeds meer Romeinse trekken krijgt, moeten degenen die aan de CHE afstuderen weten wat het is om niet alleen als professional, maar ook als „vreemdeling en bijwoner” hun goddelijk beroep uit te oefenen. Daarom ontvangen zij naast hun diploma de ”Belijdenissen” van Augustinus. Deze kerkvader wist wat het was om in het Romeinse Rijk christen te zijn.

De auteur is voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer