Veertig jaren van zakelijke vriendschap
Er bestaan nogal wat afkortingen die redelijk bekend zijn, maar waarvan weinig mensen zo voor de vuist weg de juiste betekenis kunnen geven. Neem de VRCL.
In het jaar waarin de Vereniging Reformatorisch getuigenis in het Commerciële Leven het veertigjarig bestaan herdenkt, kan het geen kwaad de volledige aanduiding weer eens in herinnering te roepen. „Het is een lange, deftige naam”, zegt voorzitter ing. J. W. van Dijke. „We spreken eerder over de reformatorische zakenvereniging. Kortweg: de VRCL.”
De eigenaar van ingenieursbureau Van Dijke, die in 2000 de plotseling overleden H. Mijnders als VRCL-voorzitter opvolgde, pakt er de statuten nog eens bij. „De vereniging heeft ten doel zakenmensen bijeen te brengen, die de Bijbel als Grondwet voor het geestelijk en maatschappelijk leven en de drie formulieren van Enigheid, als basis van geloof en leven erkennen en die bereid zijn elkaar te helpen, te dienen en mede te werken om de komst van Gods Koninkrijk op aarde te bevorderen.”
De oprichting van de VRCL is initiatief van ds. G. A. Zijderveld, vertelt Van Dijke. De predikant van de Gereformeerde Gemeenten had in de Verenigde Staten kennisgemaakt met ”business clubs”. Ook in Nederland moest het mogelijk zijn dat zakenvrienden in georganiseerd verband regelmatig bijeenkomen, vond hij. Een terechte aanname, want waar oorspronkelijk een handjevol zakenlieden elkaar in de huiskamer ontmoette, is voor de huidige 140 leden een toch wat grotere accommodatie vereist.
„Ons doel is ondernemers en mensen met een leidinggevende functie in staat te stellen met elkaar contact te leggen. Zo kunnen zij elkaar tot een hand en een voet zijn.” Van Dijke denkt daarbij aan een breed scala onderwerpen. Praktische zaken natuurlijk, maar ook meer diepgaande. „Soms mag het zo vallen dat er ook andere dingen dan het commerciële leven worden besproken.”
Daarbij timmert de VRCL niet nadrukkelijk aan de weg. In het vrij recente verleden was dat nog wel anders. Toen belegde de zakenclub openbare bijeenkomsten die in het Reformatorisch Dagblad werden aangekondigd. „Dat trok redelijk volle zaken, maar de onderlinge communicatie verwaterde. De leden gingen op in de massa”, duidt hij het nadeel van die werkwijze.
Vandaar dat de kern van de activiteiten het beleggen van onderlinge bijeenkomsten behelst. De VRCL is een tamelijk introverte vereniging, maar dat betekent allerminst dat het getuigende element aan kracht verliest, vindt Van Dijke. „De taak ten opzichte van onze naaste blijft bestaan. Dat komt tot uiting in de uitstraling die de handel en wandel van onze leden moet hebben, meer nog dan in het organiseren van allerlei lezingen.”
In zekere zin is de VRCL een vriendenclub. Onderlinge bevoordeling bij het zakendoen is geen uitzondering. „Als ik een auto nodig heb, heb ik al twintig jaar een vaste leverancier”, verduidelijkt Van Dijke. „Niet omdat die per definitie beter is dan een ander, maar omdat hij lid is van de vereniging. Daar komt een stukje gunning bij kijken. Omgekeerd is hetzelfde het geval. Als hij een nieuwe showroom nodig heeft, komt hij wellicht naar ons toe. Dat gaat niet geforceerd.”
Ondernemers die zich nu als een haas bij de VRCL willen aanmelden, moeten nog even doorlezen. Van Dijke voegt er namelijk nog een waarschuwing aan toe. „Er zijn ook wel mensen geweest die vanwege te verwachten voordeeltjes lid zijn geworden. Zo werkt het natuurlijk niet. Omdat de sfeer vriendschappelijk is -iedereen tutoyeert elkaar- kan het lidmaatschap ook in zakelijk opzicht zijn uitwerking hebben. Maar wie met een verkeerd beeld voor ogen lid wordt, haakt snel af. Dat is mijn ervaring.”
Graag neemt Van Dijke het vooroordeel weg dat de VRCL een club zou zijn van welgestelde grote zakenlieden die het goed met zichzelf hebben getroffen. „Neem je de week mee in de zondag, of neem je de zondag mee de week in? Vat je? Dat onderscheid maken, dáár gaat het om. Ook voor onze leden.”
De VRCL-voorzitter merkt op dat ondernemen en leidinggeven in een verwereldlijkte samenleving juist steeds moeilijker wordt. Met zaken als de zondagsopenstelling van winkels had de vereniging veertig jaar geleden niet van doen. „Het wordt moeilijker voor onze leden. Maar dat is geen verrassing. Het staat immers in Gods Woord voorzegd. Belangrijk is of wij als getuigen Christus’ Naam willen belijden. In de praktijk van alledag is dat telkens weer een onmogelijke zaak. Maar wat bij ons onmogelijk is, is mogelijk bij Hem.”