Europese muntunie staat op het spel
BRUSSEL – Opnieuw staat het voortbestaan van de Europese muntunie op het spel. De regeringsaanvoerders van de EU-landen zijn vanavond en morgen in Brussel bijeen voor weer een poging de schuldencrisis te bezweren.
De politici hebben het vertrouwen van de financiële markten volledig verloren. Al sinds de eerste maanden van 2010 praten zij over oplossingen voor de problemen, die destijds begonnen in Griekenland, maar telkens lukt het niet om een voldoende daadkrachtige aanpak te formuleren. Misschien zijn ze nu langzamerhand toe aan de laatste kans, al moeten we voorzichtig zijn, want het is niet de eerste keer dit jaar dat een top vooraf wordt gerangschikt in de categorie van erop of eronder.
Om halfacht vanavond schuiven de hoogste politieke leiders met elkaar aan tafel voor een werkdiner. Er zijn enkele debutanten in hun midden. In Griekenland en Italië veroorzaakte de crisis een regeringswisseling en België heeft sinds kort weer een volwaardig kabinet. Papademos, Monti en Di Rupo maken hun opwachting bij, zoals de officiële aanduiding luidt, de Europese Raad, die vergadert onder de regie van de Belg Van Rompuy.
De rentepercentages op de staatsobligaties van risicolanden zoals Italië en Spanje stegen na het vorige beraad, eind oktober, aanvankelijk fors. Telkens als zij vers kapitaal nodig hebben voor hun betalingen zijn ze duurder uit. Zij dreigen te bezwijken onder de groeiende financieringslasten en het noodfonds, het zogeheten EFSF, beschikt over te weinig middelen om ze overeind te houden.
De Amerikaanse kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) heeft in de aanloop naar de top extra druk op de ketel gezet. Het ratingbureau zinspeelt op een verlaging van de kredietstatus van de euronaties, van de EU als geheel en van grote banken. Zelfs de prestigieuze ”triple A” van financieel solide spelers als Duitsland en Nederland raakt in het geding.
Hoe kunnen we, om de geloofwaardigheid te herstellen, waarborgen dat in de toekomst de begrotingstekorten niet meer ontsporen? Dat is dezer dagen een centraal thema voor de regeringschefs. Bondskanselier Merkel en president Sarkozy bepleiten een wijziging van het Verdrag van Lissabon, waarin de spelregels van de EU staan opgeschreven. Zij willen bepalingen erin vastleggen over het toepassen van sancties bij overschrijding van de tekortnorm van 3 procent. Van Rompuy en Barroso vrezen dat dit allemaal veel te lang gaat duren en opteren daarom voor een gemakkelijker te realiseren, maar minder verreikende aanpassing van een protocol bij het verdrag.
Een harde botsing met het Verenigd Koninkrijk valt niet uit te sluiten, want als het verdrag toch op de schop gaat, hebben de Britten ook nog wel wat wensen. Dan dringt zich aan de zeventien eurolanden de overweging op: moeten we op dit punt desnoods alleen verder en niet met alle 27 EU-lidstaten? Merkel en Sarkozy voelen daar wel voor, Van Rompuy en Barroso houden vast aan samen uit, samen thuis voor de hele EU.
Een stevige garantie over voortaan strikte budgettaire discipline is een eis van de Europese Centrale Bank (ECB). Alleen onder die voorwaarde lijkt de monetaire instelling van president Draghi bereid op grotere schaal geld beschikbaar te stellen voor het opkopen van staatsobligaties van zwakke landen om zo de onrust op de markten te bedaren.
Verder ligt de vraag voor wat er moet gebeuren met het noodfonds. De in oktober afgesproken uitbreiding ervan komt niet van de grond. Diverse constructies zijn denkbaar om de slagkracht alsnog te vergroten. Waarschijnlijk worden daartoe de ECB en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ingeschakeld.
Er wacht in Brussel een moeizaam onderhandelingsproces over een ingewikkeld terrein van onderwerpen. De financiële markten koesterden de voorbije dagen hoop op een goede afloop, maar van Duitse zijde werd woensdag het optimisme flink getemperd. De Franse minister van Europese Zaken, Leonetti, waarschuwde vanmorgen voor het ineenstorten van de euro en van de EU. De kans lijkt aanwezig dat de regeringsleiders in ieder geval meer tijd nodig hebben. Misschien beleggen zij voor Kerst nog wel een top, weer een van erop of eronder.