Oliebelangen overschaduwen coup op vergeten eilandjes
De Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo en VN–secretaris–generaal Kofi Annan hebben de staatsgreep in Sao Tomé en Príncipe van woensdag scherp veroordeeld. Annan riep op tot het onvoorwaardelijke herstel van de constitutionele orde in de miniscule West–Afrikaanse eilandstaat. Obasanjo eiste dreigend dat „de militaire avonturiers” de macht teruggeven aan de legitieme regering.
Obasanjo ontving donderdag de voorzitter van de Afrikaanse Unie, zijn ambtgenoot uit Mozambique, Joaquim Chissano, om over militair ingrijpen te praten. In 1978 maakten Angolese soldaten en einde aan een couppoging op de eilandjes, die vier jaar eerder onafhankelijk werden van Portugal. Dat land heeft donderdag laten weten zorg te dragen voor de circa tachtig Europese toeristen op Sao Tomé en Príncipe.
De staatsgreep op de slaperige eilandjes is een riskante onderneming voor de militairen die woensdag de ministers in een kampement opsloten en hier en daar wat in de lucht schoten.
De eilandjes beslaan slechts 960 vierkante kilometer en hebben minder dan 150.000 inwoners. Het zou een operette–achtige en marginale gebeurtenis zijn, indien er geen grote olievoorraden worden vermoed in de territoriale wateren van Sao Tomé en Príncipe.
De olie had al voor de staatsgreep onrust veroorzaakt in de ’constitutionele orde’ van de straatarme eilanden. President Fradique de Menezes is van huis handelaar in cacao maar sinds het land olie lijkt hebben, onderhandelt hij veel over de exploitatierechten voor de oliewinning. Daarvoor was hij tijdens de coup juist in Nigeria.