Weisglas gelooft in parlementaire diplomatie
De voorzitter van de Tweede Kamer, Frans Weisglas, grijpt de vakantieperiode van de volksvertegenwoordiging aan voor wat hij noemt „parlementaire diplomatie”. Zo sprak hij eerder deze week in Parijs met zijn Franse collega Debré en staat op zijn programma nog een bezoek aan Berlijn.
„Voor parlementariërs worden internationale contacten met collega’s steeds belangrijker en zelf wil ik daarbij het goede voorbeeld geven,” zegt Weisglas erover. Sinds zijn aantreden, ruim een jaar geleden, bracht hij al bezoeken aan collega’s in België, Luxemburg en Londen en aan het Europees parlement.
De gesprekken gaan vooral over de politieke situatie in de verschillende landen, maar Weisglas spreekt met zijn vakgenoten ook over praktische dingen als dagindeling en werkwijze van het parlement.
Zo deed hij in Londen inspiratie op om het wekelijkse vragenuurtje, dat op dinsdagmiddag live op de televisie komt, levendiger te maken. De actuele onderwerpen moeten „korter en flitsender” besproken worden en het zou mooi zijn als de sprekers tusssendoor niet gaan zitten, maar blijven staan, vindt Weisglas.
De liberale kamervoorzitter maakt er geen geheim van, dat hij zich bij de reizen warm loopt voor een grote internationale conferentie van Kamervoorzitters, volgend jaar juli in de Ridderzaal. Het is aan Weisglas en aan mevrouw Timmerman–Buck, de voorzitter van de Eerste Kamer, om dat in goede banen te leiden. Alle Kamervoorzitters van de, dan uitgebreide, Europese Unie worden er verwacht.