Drie jaar celstraf en tbs voor voodoomoord
De 25–jarige D. D. uit Groningen is donderdag voor de rechtbank in Groningen veroordeeld tot drie jaar celstraf en tbs voor het medeplegen van doodslag. Zij heeft in april 2002 samen met een vriendin haar 5–jarig dochtertje om het leven gebracht met een uit de hand gelopen voodoo–ritueel.
De vrouw gaat waarschijnlijk in hoger beroep, aldus haar raadsman. De verdachte ziet niets in de opgelegde behandeling. Bovendien zou geen sprake zijn geweest van opzet bij de dood van het kind. De rechtbank stelt dat de vrouwen hadden kunnen voorzien dat hun handelen tot de dood van het kind zou kunnen leiden. Ze hadden bovendien een arts moeten waarschuwen.
De vrouw was ten tijde van de dood van het kind verminderd toerekeningsvatbaar, zo bleek uit onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC). De rechtbank heeft met dat oordeel rekening gehouden. Hoewel door het Openbaar Ministerie geen behandeling was geëist, vreest de rechtbank dat wanneer bepaalde omstandigheden zich voordoen, de veroordeelde mogelijk toch weer de fout in zou kunnen gaan. Behandeling moet die kans verkleinen.
De vriendin van de vrouw werd in januari tot drie jaar cel veroordeeld. Zij werd gezien als medepleger. De behandeling in hoger beroep dient volgende week voor het hof in Leeuwarden.
De twee vrouwen probeerden naar eigen zeggen de duivel uit het kind te drijven. De zaak zorgde voor veel ophef in Groningen en ook daarbuiten. De verdediging bleef volhouden dat de dood van het meisje het gevolg is geweest van natuurlijke oorzaken, zoals een ziekte. Dit werd verworpen door de rechtbank. Uit onderzoek bleek dat het kind naast de gevolgen van ziekte sporen droeg van lichamelijk geweld dat bij het zogeheten brua–ritueel gebruikt werd. Er zou daarbij op het kind gesprongen zijn.