Commentaar: Opvoeding, religie en Sinterklaas
De afgelopen week stond het onderwerp opvoeding volop in de schijnwerpers. Zo ging de minister van Onderwijs, Van Bijsterveldt, op veel lange tenen staan met haar opmerking dat ouders meer bij de opvoeding van hun kinderen en de school betrokken moeten zijn. Haar pleidooi lokte een storm van protest uit van vooral boze werkende moeders die haar advies betuttelend en onzinnig noemden. De felheid van de reacties maakt misschien wel duidelijk dat ze een gevoelige snaar heeft geraakt.
Gisteren ontstond er ineens nog een heel andere bron van onrust rond de zorg voor het kinderwelzijn. De uniciteit van Sinterklaas stond ineens op het spel. De vroegere nationale Sinterklaas, die dit jaar met pensioen is gegaan, kondigde namelijk aan toch weer als Sint te willen optreden in de media. En dat leidt onherroepelijk tot verwarring bij kinderen, zo werd betoogd. Want hoe kunnen kinderen in Sinterklaas blijven geloven als er ineens twee van blijken te zijn? In wélke Sinterklaas moeten ze dan geloven?
Nu is er rond het sinterklaasfeest eigenlijk ieder jaar wel een relletje. Of het nu de huidskleur is van de Pieten, het gebruik van de roe, of het kruis op de mijter van de Sint; er is altijd wel wat te discussiëren rond 5 december. Je zou trouwens, kennis genomen hebbend van alle beroering over de opmerking van een minister en het optreden van Sinterklaas, kunnen stellen dat we juist blij moeten zijn dit soort commotie. Blijkbaar is er in dit land de energie en de tijd om uitgebreid te discussiëren over een opmerking van een minister en over de manier waarop het sinterklaasfeest gevierd moet worden.
Toch lijkt er vooral bij het tumult rond Sinterklaas meer aan de hand te zijn. De commotie over de Sint zegt iets over de worsteling van dit land met de rol van religie in het publieke domein én de godsdienstige opvoeding van kinderen. Al geruime tijd wordt, zeker vanuit de politiek, alles op alles gezet om iedere vorm van religie uit het maatschappelijk leven te bannen. En als het gaat om kinderen staat voor veel pedagogen een religieuze opvoeding gelijk aan indoctrinatie.
Juist in zo’n klimaat past het echter heel goed dat eens per jaar die religie in de persoon van Sinterklaas vanuit het museum de straat op wordt gereden. Een religie die origineel moet líjken, maar dat in wezen niet is. Kinderen mogen er een paar jaar in geloven, maar volwassenen weten natuurlijk wel beter.
Kinderen van ouders die gewoon de waarheid over Sinterklaas vertellen, hebben van al deze problemen trouwens geen last. Ze schrikken niet van een tweede of een derde Sinterklaas, omdat ze weten dat de Sint niet bestaat en zijn Pieten evenmin. De eventuele cadeautjes zijn gekocht door vader of moeder, de pepernoten komen uit de winkel en het paard komt gewoon uit de manege.
Minster Van Bijsterveldt heeft absoluut gelijk als ze zegt dat betrokkenheid van ouders bij hun kinderen uiterst belangrijk is. De opvoeding kun je nooit uitbesteden, of in deeltijd doen. Betrouwbaarheid, eerlijkheid en consistentie zijn echter niet minder belangrijk. Niet alleen rond 5 december, maar altijd.