Het akkoord gold als een doorbraak in de pogingen om tientallen verdachten van oorlogsmisdaden voor lokale rechtbanken te brengen. Dat moest bijdragen aan verzoening op de Balkan, hoopte de internationale gemeenschap. De Servische aanklager voor oorlogsmisdadigers Vladimir Vukcevic, en zijn Bosnische collega Jadranka Lokmic Misiraca zouden het woensdag ondertekenen.

Volgens de krant Blic is er veel verzet onder de Bosnische moslims. Velen zijn van mening dat er alleen in Servië oorlogsmisdadigers zitten en dat Servische beschuldigingen tegen Bosniërs pure verzinsels zijn. Het akkoord is volgens hen dan ook overbodig.

De krant Dnevni Avaz in Sarajevo meldde woensdagmiddag dat Zeljko Komsic, lid van het driemanschap dat Bosnië regeert, roet in het eten heeft gegooid. In een brief heeft hij het Bosnische Openbaar Ministerie gewaarschuwd dat „het sluiten van internationale verdragen” is voorbehouden aan het zogeheten staatspresidium. Hoewel de gezamenlijke aanklagers van mening zijn dat er in dit geval geen sprake is van een verdrag, hebben zij toch besloten de geplande ratificatie van het akkoord af te gelasten.

Tot nu toe vervolgden Servië en Bosnië afzonderlijk oorlogsmisdaden, omdat de juridische basis voor samenwerking in het strafrechtelijk onderzoek ontbreekt. De grondwet van beide landen verbiedt het uitleveren van eigen onderdanen. Servië sloot eerder al vergelijkbare overeenkomsten met Kroatië en Montenegro.