Refojeugd leeft minder beschermd dan vaak gedacht
Reformatorische jongeren leven minder beschermd dan vaak wordt gedacht, stelt drs. W. J. de Potter.
Lees ook: Ds. W. Visscher: Laten we zuinig zijn op reformatorische organisaties
Lees ook: Refozuil belemmering voor jeugd om als christen te leven
Ds. M. J. Schuurman vraagt zich af of het geen tijd is om afscheid te nemen van de reformatorische zuil (RD 25-11). De kritiek op de zuil is steeds vaker van binnenuit te horen. Natuurlijk is de reformatorische gezindte niet perfect. Maar laten we vooral ook oog hebben voor al het goede dat die zuil ons en onze jongeren nog biedt.
Ds. Schuurman stelt dat jongeren te lang beschermd opgroeien. Als jongeren gaan studeren of werken zouden ze een schok te verwerken hebben. Die gedachte is voor een groot deel onjuist.
Onze jongeren leven minder beschermd dan wij ouderen vaak denken. Jongeren hebben hun baantjes waarbij ze in contact komen met andersdenkenden. Hun vrienden op Hyves of Facebook behoren beslist niet allemaal tot de gezindte. Ook op bijvoorbeeld de muziekschool komen ze niet-reformatorische jongeren tegen.
Dat geldt verder voor hun (maatschappelijke) stage. Op een reformatorische school als het Hoornbeeck College zijn jongeren voor 30 procent of meer van hun tijd op stage bij vaak niet-reformatorische bedrijven of instellingen.
Kortom, door de openheid van onze maatschappij zijn onze jongeren verrassend goed op de hoogte van wat er allemaal speelt in onze samenleving.
Overigens is ook de reformatorische school niet, zoals wel wordt gesuggereerd, een bastion waarin contact met de samenleving minimaal is. De school vervult meer een (toe)rustpunt voor onze jongeren, die leven in een hectische, grotendeels seculiere wereld. Op school is er ruimte om vragen te stellen en over twijfels te spreken, om zo toegerust te worden voor de maatschappij.
Veel jongeren ervaren dan ook geen fundamentele schok als ze gaan werken of studeren. Ze hebben al een heleboel schokjes meegemaakt waarover ze met hun medestudenten en leraren op school hebben gesproken. Juist door deze toerusting worden onze jongeren sterker om staande te blijven in de samenleving.
Hoewel geen bastion, heeft de reformatorische zuil natuurlijk wel een beschermende werking. Daar mogen we dankbaar voor zijn. Wie zou, menselijkerwijs gesproken, zonder deze bescherming in onze maatschappij staande blijven?
Wat ons vooral bindt in de zuil zijn uiteindelijk niet de gewoonten of de vormen, maar dat is de Bijbelse leer van zonde en genade. Dat is een leer die nog helder in onze reformatorische kerken klinkt. Een leer die samenbindt.
Dat geldt ook voor de jeugd. Recent onderzoek maakt duidelijk dat een groot deel van de reformatorische jeugd de Bijbelse leer hoog heeft staan. Zolang die leer nog verkondigd wordt en zolang wij en onze jongeren dat niet ter discussie gaan stellen, geeft dat hoop voor het nuttige voorbestaan van de refozuil.
De reformatorische zuil is meer dan een vertrouwde sfeer. Het is de plaats waar Gods Woord open mag gaan. Waar mensen die van nature geen christenen zijn, dat door een wonder van Gods genade wel kunnen worden. Als we de zuil zo bezien, zijn we niet bang om uit organisatorisch of commercieel belang lezers, leden of leerlingen te verliezen, maar vrezen we zielen te verliezen door de zuigkracht van deze wereld.
De auteur is lid van het college van bestuur van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College.