Beeld politici over overlast jongeren op straat klopt niet
Media en politici geven een vertekend beeld van straatoverlast door jongeren, betoogt dr. Monique Koemans. Het probleem is niet zo groot als wordt gesuggereerd en een nieuwe, harde aanpak is niet nodig en wenselijk.
Veiligheidsbeleid is gevoelig voor politieke retoriek en mediahypes. Nieuwe en hardere maatregelen worden vaak gelegitimeerd door te verwijzen naar de publieke roep in de media om actie en de vermeende groei van het probleem. Zo ook als het gaat om jongerenoverlast op straat. Dat is een groot probleem in Nederlandse steden, als we politici moeten geloven. Ze vinden dat straatoverlast met harde hand moet worden aangepakt.
De rol van criminologen is om dergelijke denkbeelden kritisch tegen het licht te houden en mythes te ontkrachten. In het geval van straatoverlast zijn daarom vragen relevant zoals: Is het correct dat straatoverlast sterk toeneemt? Zijn nieuwe maatregelen noodzakelijk? Klopt het beeld dat de media schetsen?
De politieke aannames die een harde aanpak van straatoverlast legitimeren, lijken door burgers breed gedeeld te worden. Het huidige arsenaal aan maatregelen is niet toereikend, denken ze. Bovendien heerst het idee dat overlast sterk toeneemt en dat de desbetreffende bewoners harde maatregelen eisen.
De werkelijkheid is echter anders, zo blijkt uit onderzoek. Bewoners van probleemwijken roepen minder luid om harde maatregelen dan politici lijken te geloven. En hoewel de media steeds meer aandacht besteden aan straatoverlast, is het probleem statistisch gezien niet fors toegenomen en voelen bewoners zich niet geterroriseerd. Politici blijken in de praktijk eerder te reageren op alarmerende mediaberichtgeving over incidenten dan op een feitelijk publiek verzoek tot actie.
De vorming van veiligheidsbeleid doet vaak denken aan een steeds sneller rijdende, onbestuurde trein. Niemand lijkt zich meer af te vragen van welk station de trein is vertrokken en waarom. De trein krijgt zo veel vaart dat die eigenlijk niet meer te stoppen is.
Als (nieuw) beleid niet steeds opnieuw tegen het licht wordt gehouden, dreigt het gevaar dat er onnodig, ineffectief of zelfs contraproductief beleid wordt ingevoerd. Engeland, waar de harde aanpak van overlast al een decennium lang gemeengoed is, heeft de nadelen hiervan inmiddels ondervonden. Jongeren voelen zich geïsoleerd en buitengesloten in hun wijk. In sommige gevallen zien ze nieuwe opgelegde maatregelen, zoals een gebiedsverbod, zelfs als eervol, als een ”badge of honour”; een bewijs dat je ”streetwise” bent.
Afgelopen zomer heeft Theresa May, de Engelse minister van Binnenlandse Zaken, gezegd de harde aanpak af te bouwen en terug te keren naar een combinatie van sociaal beleid en repressie. De van oorsprong typisch Nederlandse beleidscombinatie dus.
Met andere woorden, we doen het hier nog niet zo slecht. Nieuw beleid is niet nodig, maar bestaande beleidsinstrumenten worden nog onvoldoende ingezet. Reflectie op veiligheidsbeleid door politici en de media is wenselijk, om zo aan de noodrem van de razende trein te kunnen trekken.
De auteur werkt als docent-onderzoeker aan de Universiteit Leiden, waar ze deze maand promoveerde op het proefschrift ”The War on Antisocial Behaviour”.