„Waardering voor appel minister Van Bijsterveldt op ouders”
WOERDEN – De oproep van minister Van Bijsterveldt (Onderwijs) aan ouders om meer werk te maken van de opvoeding van hun kinderen is W. Kuiper van de Besturenraad, centrum voor christelijk onderwijs, uit het hart gegrepen.
„De praktijk van alledag is dat scholen steeds meer genoodzaakt zijn de opvoedende taken op te pakken en normen en waarden alsnog over te dragen aan kinderen die ze thuis niet hebben meegekregen. In de volle breedte van de maatschappij is er sprake van tanend gezag. Ook het gezag van docenten staat op de tocht. Niet zelden weten leerlingen heel goed dat hun ouders bij eventuele conflicten met een leraar de kant van het kind kiest. Daarom is het broodnodig dat de overheid pal achter de docent staat.”
Hoewel Kuiper Van Bijsterveldts oproep aan ouders waardeert, plaatst hij kanttekeningen bij de onderwijsbegroting die vandaag in de Tweede Kamer wordt behandeld. „Ze kent een liberale teneur. Het opbrengstgericht werken dreigt door te slaan.”
Zo wil de bewindsvrouw de kwaliteit van scholen afmeten aan de prestaties die de leerlingen halen in de zogeheten Cito-toets. „Het risico is dat scholen zich veel te veel gaan richten op goede uitslagen en dat ze de andere onderwijstaken gemakshalve vergeten”, aldus Kuiper. „Die toetsing moet je niet op landelijk niveau willen regelen. Elke school is heel goed in staat om zelf de goede toetsen uit te kiezen. De angst dat scholen dan maar wat aanrommelen is onterecht. De minister kan ervan uit gaan dat het onderwijs serieus werk zal maken van toetsing van zijn leerlingen.”
De school moet volgens Kuiper geen leerfabriek zijn. „De minister denkt dat scholen vanzelf beter presteren als ze die harder afrekent op cijfers. Ze zetten sterk in op goede Cito-scores. De vraag is of de kwaliteit van onderwijs daardoor duurzaam omhooggaat.” Eenzijdige nadruk op kennis leidt ertoe dat leerlingen te weinig kans krijgen om allerlei vaardigheden te ontwikkelen, waarschuwt Kuiper. „Het is niet zo relevant hoe de leerling in Sjanghai het doet. Scholen moeten kinderen afleveren die behalve over de nodige kennis ook beschikken over vaardigheden zoals creativiteit en die een brede persoonlijke vorming hebben opgedaan.”
Docenten die goed presteren, krijgen als het aan Van Bijsterveldt ligt meer loon. Kuiper vindt de zogeheten prestatiebeloning niet zo’n probleem als daardoor de kwaliteit van het docentenkorps verbetert. „Ik vind het echter erg wrang dat de minister het geld voor prestatiebeloning weghaalt bij het budget voor passend onderwijs.”
Bezorgd is Kuiper over de vrijheid van onderwijs. „De minister wil middelbare scholen verplichten aandacht te besteden aan seksuele diversiteit, waaronder voorlichting over homoseksualiteit. Dat is pure politieke interventie. Scholen moeten, buiten de basisvaardigheden zoals rekenen en taal, zelf kunnen bepalen wat hun lesprogramma is. Zodra de politiek zich gaat bemoeien met de inhoud van de lessen of met het aannamebeleid van personeel, wordt het gevaarlijk. De minister lijkt uiteindelijk toch te bezwijken voor een Kamermeerderheid die laat zien weinig waardering te hebben voor het recht op de vrijheid van onderwijs. Met dat basale grondrecht wordt door de politiek veel te luchthartig omgesprongen.”
Die houding kan tot ongewenste effecten leiden, weet Kuiper. „Recent heb ik met eigen ogen gezien dat de overheid in Oekraïne bepaalt wat er wel en niet in de geschiedenisboekjes van de scholen mag staan. Dat zijn communistische toestanden.”