SGP regelt norm voor wijkagent
DEN HAAG – Twee door de SGP ingediende amendementen over de nationale politie werden maandag positief beoordeeld door minister Opstelten.
Dat maakt de kans groot dat een Kamermeerderheid volgende week, bij de stemmingen, beide steunt. In dat geval mag de SGP opnieuw een wapenfeit op haar conto schrijven: het bijstellen van de plannen voor de reorganisatie van de politie.
Met het eerste amendement, waaronder ook de handtekening van de SP staat, krijgt de minister de opdracht om een norm vast te stellen voor een minimum aan (wijk)agenten dat beschikbaar is voor de uitvoering van de lokale prioriteiten.
Daarmee is er voor elke gemeente een minimale basispolitie beschikbaar, die gerelateerd is aan het aantal inwoners van de gemeente. Burgemeesters hebben op die manier meer mogelijkheden om hun gezagsrol concreter in te vullen.
Pas als de norm is vastgesteld en toegepast kan de beschikbare politiecapaciteit verder worden verdeeld over de gemeenten binnen de tien regio’s. Verder is met dit amendement gewaarborgd dat de regionale veiligheidsplannen pas worden vastgesteld, nadat alle burgemeesters binnen de regio’s met elkaar hebben overlegd over de indeling in districten en basiseenheden en over de aantallen agenten die daarvoor beschikbaar zijn.
Het tweede amendement zorgt ervoor dat de wet duidelijk vastlegt dat gemeenteraden een belangrijke taak hebben bij de vaststelling van de lokale doelen op het terrein van openbare orde en de hulpverleningstaak. Bij de vaststelling van het regionale beleidsplan dient, aldus dit amendement, zoveel mogelijk rekening gehouden te worden met deze door de gemeente vastgesteld lokale doelen.
In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond alleen dat de burgemeester verplicht is de raad over de veiligheidsdoelen te horen. Met het amendement wordt deze hoorplicht nog een stuk explicieter gemaakt.