In zijn begrotingsplan van maart ging Osborne nog uit van een begrotingsoverschot van 6 miljard pond (7 miljard euro) in 2015. Volgens de nieuwste berekeningen van het Britse begrotingsbureau is er in dat jaar nu sprake van een tekort van 24 miljard pond.

De minister maakte in een toespraak bekend dat de verwachting voor de groei van de Britse economie in 2011 bijna is gehalveerd naar 0,9 procent. In 2012 verwacht Osborne een groei van slechts 0,7 procent. Begin dit jaar ging hij nog uit van 2,5 procent groei. Een recessie, zoals die maandag nog werd voorspeld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), verwacht de minister echter niet.

Osborne zei afgelopen weekeinde nog vast te houden aan zijn begrotingsdoelstellingen, waardoor een verlenging van de huidige bezuinigingsronde in het vooruitzicht lijkt te liggen. Dit is een flinke streep door de rekening van de regeringscoalitie, die had gehoopt voor de verkiezingen van 2015 de bevolking te kunnen paaien met fiscale meevallers.

De tegenvallende groei leidt tot lagere belastinginkomsten, waardoor Osborne volgens ingewijden de komende vier jaar 86 miljard pond meer zal moeten lenen dan eerder werd aangenomen. Dit kan door de lage rente die Groot-Brittannië momenteel betaalt wel tegen voordelige tarieven.

Om de fiscale tegenvallers het hoofd te bieden, kondigde Osborne aan verder te bezuinigingen op de publieke sector en de pensioenleeftijd met ingang van 2026 te verhogen naar 67 jaar. Volgens Osborne levert alleen die laatste maatregel al 59 miljard euro op.

Om toch nog wat licht in de duisternis te bieden, zet de minister in op langetermijninvesteringen in infrastructuur. Hij heeft twee pensioenfondsen bereid gevonden hier 20 miljard pond in te investeren. Ook kondigde Osborne aan maximaal 40 miljard pond vrij te maken voor kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf. Ook wordt de voor januari geplande accijnsverhoging op benzine afgeblazen en gaat de prijs van treinkaartjes minder omhoog dan eerder aangekondigd.