Kind opvoeden lijkt op huis bouwen
Titel:
”Het grote handboek voor het gezin. Tips voor de opvoeding in alle ontwikkelingsfasen van je kind”
Auteur: Claudia en Eberhard Mülan
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2003
ISBN 90 435 0578 1
Pagina’s: 280
Prijs: € 22,90. Het zou mooi zijn als je voor al je vragen over het omgaan met je kinderen een boek kon openslaan met korte, praktische tips over allerlei opvoedingsvraagstukken en zo mogelijk nog met een literatuurverwijzing erbij om nog meer aan de weet te komen over een bepaald onderwerp. In de inleiding van ”Het grote handboek voor het gezin” wordt beloofd dat de lezer nu zo’n boek in handen heeft. En na lezing constateer ik dat er weinig te veel is gezegd.
”Het grote handboek voor het gezin” is een boek waar de informatie overzichtelijk en compact wordt aangeboden. Het trefwoordenregister en de verwijzingen maken het makkelijk om het onderwerp dat je zoekt, te vinden. De onderwerpen staan gerubriceerd naar leeftijdscategorie.
De auteurs, het Duitse echtpaar Mülan, hebben zes eigen en zeven aangenomen kinderen opgevoed. Hun visie is verwoord in vijftien gezinsboeken, waarvan dit handboek een overzicht biedt. De genoemde voorbeelden komen uit hun eigen gezin of dat van vrienden, evenals de vele gezinsfoto’s.
Het gevaar van beschrijven van eigen ervaringen is dat je zelf in het middelpunt staat. Slechts een enkele keer doet zich dit bij het echtpaar Mülan voor. Dat is knap, want het boek gaat helemaal over de eigen verworven inzichten. Hoe is het gelukt deze valkuil te vermijden? Deels door het erkennen van dingen die fout zijn gegaan en deels door het weer objectiveren van de visie. Het viel me op dat de dingen echt goed doordacht zijn en blijk geven van veel kennis. Dit maakt nieuwsgierig naar de achtergrond van de schrijvers, waarover verder niets vermeld wordt.
Fundering
De auteurs vergelijken de opvoeding met de bouw van een huis. Eerst moet een basis gelegd worden, dan is er een opbouw en ten slotte een dak. Aan dit onderscheid worden de drie delen van het boek ontleend. De basis in het gezin is een goede sfeer met goede verstandhoudingen. De opbouw is het leren van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Het dak is de discipline die er moet zijn in het gezin; de regels waar men zich aan moet houden. Een zorgvuldige opbouw is in de opvoeding belangrijk. „Wie liefdeloos en gehaast een wankele fundering legt, autoritair de regels oplegt en er nog een ’dak van bewaking’ bovenop knalt, hoeft zich niet te verbazen dat er barsten in de muren komen en later alles in elkaar stort.”
Aan het leggen van een goede basis is veel gelegen. Het beslaat dan ook de helft van het boek. Aan ouders worden zekerheden gegeven: dit en dat kun je verwachten. En dit of dat moet je juist wel of niet doen. De praktische aanwijzingen zijn goed bruikbaar. Al is het heel soms een tikje te uitgebreid, wat dan belerend overkomt. Bijvoorbeeld in zo’n zin: „Zorg dat het niet te koud is in de kamer.” Hier en daar is de taal ook wat ouderwets. Zo zou ik ”dikwijls” zeker vervangen door ”vaak”. Hoewel er euro’s genoemd worden, duikt toch de gulden regelmatig op - een misser voor een boek dat in 2003 is uitgegeven.
De auteurs kijken niet alleen naar het kind, maar nemen alle gezinsrelaties onder de loep. De relatie tussen ouders moet goed zijn, vandaar ook de suggesties om het huwelijk gezond te houden. De positie van een kind in de kinderrij blijkt dingen te kunnen verklaren, evenals de sekse van de verschillende kinderen. De auteurs richten de blik ook op jezelf als ouder, omdat dit iets zegt over je functioneren. Hoe is jouw zelfbeeld? Zijn er moeilijke karaktertrekken in je familie die jij ook hebt? Hoe ga je daarmee om? Vindt gedrag van je kind zijn oorsprong in jouw optreden?
Zelfstandigheid
Vaders worden nadrukkelijk aangesproken in het boek. De gedeelten over identificatie zijn helder verwoord. Zo is er de oproep aan vaders om ook te vertellen wat ze moeilijk vinden en te laten merken dat mannelijk zijn niet alleen sterk-zijn inhoudt. De auteurs nemen afstand van vaststaande verhoudingen tussen man en vrouw. „Laat je niet in een achterhaald rollenpatroon dwingen.” Niet in het ouder-zijn, ook niet in het verwachten van typisch meisjes- of jongensgedrag.
Het deel over het leren van zelfstandigheid gaat over allerhande voorkomende zaken in het gezin, zoals tafelmanieren, gaan slapen, voeding, huiswerk, geldbesteding. De vraag is steeds wat je van kinderen kunt verwachten en hoe je hen helpt zelf verantwoordelijkheid te dragen. Het uitgangspunt is dat kinderen die zelf kunnen beslissen, dat ook mogen doen.
In het deel over liefdevolle discipline komt aan de orde hoe je het gezag handhaaft en tegelijk recht doet aan de eigenheid van een kind. Opnieuw de individuele benadering zonder dat dit afbreuk doet aan de zeggenschap van ouders. Jammer is dat ik niets terugvond over het gegeven dat kleine kinderen zich nog maar zeer beperkt regels eigen kunnen maken. Ook is het voor hen nog onmogelijk om zich in de ander te verplaatsen. Als je dit weet, is het makkelijker om geduld op te brengen. En daarvan heb je als ouder heel wat nodig!
Door het hele boek heen is er de aandacht voor het gesprek. Als een kind zich niet begrepen voelt, riskeer je uitwassen. Er worden goede suggesties gedaan om op de gevoelens in te gaan en goed contact te krijgen. Een uitlaatklep voor heftige emoties is belangrijk, al zal niet iedereen in huis een hoek met stoot- of springkussens kunnen organiseren om het kind zijn boosheid af te laten reageren. Gelukkig worden er ook alternatieven geboden.