Rutte op de koffie bij president Obama
Rutte mag morgen bij de Amerikaanse president Obama op de koffie. Een uurtje babbelen met de machtigste man ter wereld is zelfs voor de premier van Nederland een bijzondere ervaring.
Voor Barack Obama is het de gewoonste zaak van de wereld. Aan de lopende band ontvangt hij staatshoofden en regeringsleiders in het Witte Huis. Maar Nederlandse ministers zitten niet elke dag met de president van de Verenigde Staten om de tafel.
Dat geldt ook voor premier Rutte en minister van Buitenlandse Zaken Rosenthal. Morgen zullen zij stipt op tijd bij het Witte Huis worden afgezet, begeleid door agenten van de Amerikaanse geheime dienst. Dat beveiligingsvoordeel pakt Rosenthal en passant mee, want normaal gesproken krijgen alleen staatshoofden en regeringsleiders mensen van de Secret Service mee. De ‘lagere regionen’ moeten het met de veiligheidsdienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken doen.
Of een ontmoeting met Obama ook op het geagendeerde tijdstip eindigt, is altijd een interessante vraag. Van de Britse oud-premier Tony Blair is bekend dat hij gesprekken met een Amerikaanse president altijd probeerde te rekken om te laten zien dat hij niet aan diens agenda was gebonden – en dat hij dus belangrijk was.
Een onderhoud met Obama vergt overigens wel de nodige voorbereiding aan Amerikaanse kant. De president stelt altijd samen met de staf van het Witte Huis zijn agenda samen. De nationaal veiligheidsadviseur overlegt met de ambassadeur van het bewuste land om een datum af te spreken. Als het moment eenmaal is bepaald, gaat de coördinatie van het bezoek over in handen van de chef protocol en zijn personeel. De chef protocol ‘regelt’ zo’n 350 visites van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders per jaar, gemiddeld dus bijna één per dag.
De chef protocol beheert ook de cadeautjes die de president aan bezoekers kan weggeven. Als de president een gast met een geschenk wil plezieren, wordt in onderling overleg bepaald wat een passend presentje zou kunnen zijn.
Andersom houdt de chef protocol ook toezicht op de geschenken die de Amerikaanse president krijgt. Volgens de wet moet het staatshoofd alle cadeaus die meer dan 35 dollar waard zijn bij het Congres melden. De meeste presentjes gaan naar de Nationale Archieven en worden beschouwd als een geschenk aan het Amerikaanse volk.
Soms kan de uitwisseling tot hilarische situaties leiden. Zo ontving president Dwight D. Eisenhower in 1959 een heuse olifant van de Gemeenschap van Franstalige Afrikaanse landen. In de jaren 60 kwam de Britse premier Harold Wilson bij president Lyndon Johnson op bezoek. Toen Wilson vertrok, overhandigde hij het staatshoofd –geheel in Britse stijl– een prachtige Burberryjas.
„President Johnson opende de doos en trok de jas aan. De mouwen kwamen zo ongeveer tot halverwege zijn armen”, aldus de toenmalige chef protocol Lloyd Hand. „Hij zei tegen me: Lloyd, kijk of je de premier te pakken kunt krijgen en vertel hem dat het de verkeerde maat is.” Harold Wilson zou er uiteindelijk voor zorgen dat Johnson een nieuw exemplaar ontving.
Om buitenlandse bezoekers fileleed en andere ongemakken van een lange rit door Washington te besparen, logeren zij doorgaans in het Blair House, het presidentiële gastenverblijf in Pennsylvania Avenue, recht tegenover het Witte Huis.
Het Blair House is genoemd naar de familie Blair die de woning tussen 1835 en 1943 bewoonde. De Blairs waren in die periode –van president Andrew Jackson tot Franklin D. Roosevelt– de naaste buren van het staatshoofd. Van Jackson is bekend dat hij vaak met zijn ministers en adviseurs in de keuken van de Blairs overlegde. Daar is dan ook de term ”keukenkabinet” geboren. In ’43 kocht Roosevelt het pand en liet het tot gastenverblijf ombouwen.
Rutte en Rosenthal zullen hun tijd in het Witte Huis vooral gebruiken om te spreken over de schuldenproblematiek en de handelsbetrekkingen tussen de Verenigde Staten en Nederland. In deze tijd van crisis heeft de economie absolute prioriteit. Weliswaar is Duitsland verreweg de belangrijkste Europese partner voor Amerika, maar Nederland blaast zeker een goede partij mee.
Nederland is in grootte de derde investeerder in de VS. Volgens het ministerie van Algemene Zaken hebben zo’n 625.000 Amerikanen een baan die is gerelateerd aan de onderlinge economische banden. Andersom is ons land de grootste ontvanger van directe buitenlandse investeringen door Amerika.
Het Nederlandse duo zal ook met Obama overleg voeren over de actuele situatie in de Arabische wereld en de agenda van de NAVO-top die volgend jaar in Chicago zal plaatshebben.
Het enige twistpuntje –als het al aan de orde komt– vormt de Nederlandse bijdrage aan de missie in Afghanistan. Washington kon het maar slecht verwerken dat Den Haag besloot de Nederlandse militairen uit Uruzgan terug te trekken. Mogelijk doet Obama een nieuw verzoek voor deelname aan de operatie in Afghanistan, maar gezien de bezuinigingen bij Defensie zit dat er vermoedelijk niet in.