Aantal ontsnapte slangen stijgt
Achtergelaten worden in een bos als het baasje op vakantie gaat. Dat overkomt niet alleen honden en katten, ook ’huisdieren’ als pythons en rattenslangen moeten het alleen zien te rooien als ze te groot worden voor het terrarium of als de dierenliefde verzuurt.
Soms gaan de boa’s en pythons ook zelf aan de wandel. In juli en augustus mag de Dierenambulance wekelijks uitrukken voor ontsnapte en achtergelaten slangen. Elk jaar lokken de warmere temperaturen meer dan zestig slangen naar buiten in Nederland, met alle gevolgen van dien.
In de regio Rotterdam heeft de Dierenambulance drie jaar geleden een opvangcentrum voor reptielen en amfibieën opgericht om te kunnen voldoen aan het stijgende aantal ontheemde slangen. In 2002 ving de Rotterdamse Dierenambulance tijdens de zomermaanden twintig slangen. Op sommige piekdagen moesten de vrijwilligers wel vijf keer per dag uitrukken.
Ook reptielmuseum Serpo in Delft ziet het aantal ontsnapte slangen elk jaar stijgen. Oprichter Walter Getrever wijt de toename aan het feit dat Nederlanders in toenemende mate een exotisch huisdier willen. Slangen reizen ook vaak als verstekeling in koffer en auto mee naar Nederland. Serpo -dat tevens fungeert als slangenasiel- schat dat het in dit jaar al een kwart meer verdwaalde slangen heeft opgenomen dan vorig jaar. In de afgelopen drie jaar heeft Serpo 300 ontsnapte slangen onderdak geboden, aldus Getrever.
Vaak gaat het om jongere, kleinere wurgslangen die ongevaarlijk zijn voor de mens. Maar ook een python van 2 meter dook begin juli op in Schiedam. „Een slang doet alleen iets als hij zich in het nauw voelt gedreven, dus meestal is er niks aan de hand. Maar ja, wat als zo’n python in een wiegje kruipt en de baby bedreigend vindt?” aldus een medewerker van een dierenambulance. Hij trof slangen aan in onder meer dekbedden, toiletten, kelders en douches.
De Dierenbescherming bevestigt dat het een landelijk fenomeen betreft. Elk jaar neemt het aantal slangen op de vlucht toe, maar ook andere exotische dieren, zoals krokodillen, steken de kop op in Nederlandse sloten en bossen. Behalve het schrikeffect voor de mens, kan een slang ook schade aanrichten aan het ecosysteem. Slangen kunnen overleven in Nederland en planten zich voort. „Je moet er niet aan denken als zo’n beest in een gebied terechtkomt waar korenwolven leven”, meldde een woordvoerder van de Dierenbescherming.
De hogere activiteit van de slangen in de zomer komt door het ontwaken uit hun winterrust. Door hun geringe beweging tijdens de koudere maanden, is de afsluiting van het terrarium niet aangepast aan een meer ’dynamische’ slang.
Wie een slang ontmoet, doet er goed aan zo mogelijk een emmer om de slang te plaatsen en de Dierenambulance te bellen. De verschillende opvangcentra controleren de slang op ziektes en verkopen ze aan musea of particulieren. In bepaalde gevallen kunnen de slangen weer van vrijheid genieten in de landen van herkomst.
De Dierenbescherming lobbyt al jaren om een vergunning voor slangeneigenaars en hoopt meer slangen op de lijst voor beschermde dieren te kunnen plaatsen.