Ongevoelig aids- virus bij 10 pct. HIV-geïnfecteerden
Een op de tien nieuwe met het aids-virus (HIV) geïnfecteerde personen in Europa is drager van virusvarianten die ongevoelig zijn voor aids-remmende medicijnen. Onder een groep geïnfecteerden in San Francisco was zelfs 27 procent resistent.
Dat blijkt uit de resultaten van twee onderzoeken die gisteren werden gepresenteerd op een internationaal aids-congres dat dezer dagen in Parijs wordt gehouden. Een van de onderzoeken had plaats in Europa, onder leiding van viroloog dr. C. Boucher van de Universiteit van Utrecht, een Amerikaanse studie werd uitgevoerd in San Francisco. Boucher noemt het gevonden ongevoeligheidspercentage van 10 procent onder ruim 1600 HIV-geïnfecteerden in zeventien Europese landen „verbazingwekkend hoog.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat veel HIV-geïnfecteerden die worden behandeld zich opnieuw overgeven aan riskant seksueel gedrag. Soms ook is sprake van gemeenschappelijk gebruik van naalden voor het spuiten van drugs.
De onderzoekers achten het nodig meer structuur te brengen in het voorschrijfgedrag van aids-remmers. Een middel als nevirapine bijvoorbeeld zou alleen moeten worden voorgeschreven aan HIV-positieve zwangeren om tijdens de geboorte het kind te beschermen tegen virusoverdracht. Om resistentie te voorkomen, zou het middel volgens hen niet levenslang moeten worden gegeven aan HIV-geïnfecteerden in het algemeen.
Gezondheidsautoriteiten zouden artsen ook moeten voorhouden welke combinaties van aids-remmers in eerste instantie moeten worden gegeven en welke middelen bewaard moeten worden voor een tweede en derde combinatie als resistentie tegen eerdere cocktails is opgetreden.