GroenLinks: analyse steunt rol ECB steunfonds
DEN HAAG (ANP) – Een vrijdag verschenen analyse van het Centraal Planbureau (CPB) bevestigt volgens GroenLinks het vermoeden van de partij dat het Europese steunfonds moet worden gevuld door eurolanden zelf. Daarbij is het noodzakelijk dat de Europese Centrale Bank (ECB) een rol gaat spelen.
Dat maakte de oppositiepartij bekend. De Tweede Kamer steunde begin deze maand een motie van GroenLinks-fractievoorzitter Jolande Sap dat verschillende opties voor het versterken van het noodfonds voor de euro door het CPB zouden worden bekeken.
Volgens het CPB zijn er „goede economische redenen dat een centrale bank in crisissituaties zijn steun geeft aan markten waar de liquiditeit opdroogt.” Tegelijk zijn er ook voorbehouden. Zo is het volgens het planbureau twijfelachtig of de ECB bereid is dit te doen en kan financiering door het ECB gezien worden als ’gratis geld’.
Sap en financieel woordvoerder van GroenLinks Bruno Braakhuis willen „met grote spoed” een reactie van het kabinet op de CPB-analyse. Zij willen dat Nederland zich er tijdens de Eurotop op 9 december ervoor gaat inzetten dat het noodfonds echt vergroot wordt en toegang krijgt tot krediet van de ECB.
Voor het ’bankmodel’, zoals de optie met daarin de ECB, is niet gekozen door de eurolanden. Zij verkiezen een variant waarbij het noodfonds (EFSF) optreedt als een obligatieverzekeraar. In dat laatste geval zou de slagkracht van 440 miljard euro naar 1000 miljard euro kunnen gaan, zonder dat er extra geld gestort moet worden. Ook wordt gezocht naar andere landen dan eurolanden om te participeren in het fonds, bijvoorbeeld China.
Volgens het CPB zal het „geen gemakkelijk opgave zijn om landen zover te krijgen om geld te steken in het EFSF”, omdat het beroep van het fonds op de markt weinig vertrouwen wekt. Waarom zou de markt wel lenen, als de eurolanden niet een aanzienlijk deel willen financieren, aldus het planbureau.
Volgens Braakhuis is dat het bewijs dat „in de praktijk beleggers en landen als China en Japan niet bereid zijn om het noodfonds te vullen.”