DNB waarschuwde de Fortis-groep omdat er grote vraagtekens waren of er wel voldoende inzicht was in de boeken van de bank. „Wij hebben een duidelijk en indringend signaal aan de groep afgegeven over onze twijfels”, benadrukte Schilder, die was belast met het toezicht op de banken.

Uiteindelijk is er maar een beperkt onderzoek naar de boeken gedaan. Bij Fortis vond men dat kennelijk niet zo nodig, volgens Schilder. „Misschien ook omdat sommige Fortis-mensen vroeger bij ABN Amro hadden gewerkt en dachten dat het wel goed zat.” Niet veel later kwam Fortis door de kredietcrisis in de problemen en bleek het Belgische concern zich te hebben vertild aan de overname van de Nederlandse bank.

Schilder sprak tijdens zijn verhoor ook over de spanningen die er af en toe waren met de Belgische toezichthouder, vooral rond de toenemende zorgen in Nederland over de toestand van Fortis. De Belgen vond dat DNB zich te veel met hun zaken wilde bemoeien. Maar Schilder sprak tegen dat de verhoudingen „verzuurd” raakten.

Op zaterdag 27 september 2008 hoorde Schilder over een plan van België en Luxemburg om een belang in bankverzekeraar Fortis te nemen, en dat Nederland dat wellicht ook kon doen. Die informatie deelde hij later die dag niet met Nederlandse hoofdrolspelers als premier Jan Peter Balkenende en minister van Financiën Wouter Bos.

Een dag later hoorde de Nederlandse delegatie in Brussel vervolgens dat er gewerkt werd aan een oplossing via overheidsbelangen in Fortis, toen overname door een andere bank niet haalbaar bleek. Daarbij koersten België en Luxemburg aan op een belang van 49 procent in Fortis.

Uiteindelijk besloten Nederland, België en Luxemburg op de avond van zondag 28 september ieder een belang te nemen in Fortis. Al de dag erna werd duidelijk dat die maatregel voor Fortis geen oplossing bleek. Later die week ging Nederland over tot nationalisatie van Fortis Bank Nederland en ABN Amro.