VVD wil opheldering over schade bouwfraude
VVD-Kamerlid Hofstra wil van het kabinet weten of het met de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) van mening is dat opdrachtgevers 10 procent te veel hebben betaald aan aannemers als gevolg van de bouwfraude.
Het kabinet zei na de parlementaire enquête naar de bouwfraude dat „alleen duidelijk is dat de schade groter is dan nul.” De NMa stelt in haar jaarverslag dat de afnemers „gemiddeld ruwweg 10 procent te veel hebben moeten betalen.”
De NMa heeft op twee manieren geprobeerd de prijsopdrijving in te schatten. In de zogeheten schaduwadministratie van aannemer Koop Tjuchem staan toezeggingen over onderlinge betalingen tussen deelnemers aan het bouwkartel. Op grond daarvan zou er een prijsopslag zijn van 9 procent.
De NMA analyseerde bovendien de biedingen waarbij het bouwkartel de opdracht niet verwierf, omdat de prijs te hoog zou zijn. De uiteindelijke inschrijfprijs was gemiddeld 9 tot 12 procent lager.
De mate van prijsopdrijving waarop de NMa zo uitkwam, ligt in lijn met bevindingen van wetenschappelijk onderzoek naar kartels in andere landen en andere markten.
Hofstra stelt schriftelijke vragen, nu het kabinet heeft besloten tot proefprocessen met het doel de schade van het Rijk te verhalen op de afnemers. Ook gemeenten willen schade claimen van aannemers.