Woonwagenbewoners in bijstand moeilijk te controleren
Gemeenten hebben grote moeite om vast te stellen of woonwagenbewoners met een bijstandsuitkering daarop daadwerkelijk recht hebben.
De helft van de onderzochte gemeenten geeft aan dat ze problemen of knelpunten ervaren bij controle van het inkomen, het vermogen en van de woonvorm. Dat blijkt uit een onderzoek van de Inspectie Werk en Inkomen.
De inspectie onderzocht 29 gemeenten. Het percentage van woonwagenbewoners met een bijstandsuitkering varieert er van 10 tot 80 procent. Vijftien gemeenten hebben problemen met de controle en bij het begeleiden van de woonwagenbewoners naar werk.
Van de betrokken gemeentebesturen geven er 22 aan geen specifieke aanpak te hebben om problemen met woonwagenbewoners te voorkomen. Andere gemeenten geven aan afspraken te hebben met justitie over een gezamenlijke aanpak van de handhaving van regels.
Veel gemeenten voelen er niets voor om het beleid om fraude tegen te gaan toe te spitsen op bepaalde groepen mensen, zoals woonwagenbewoners. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voert een overgrote meerderheid van de gemeenten geen specifiek doelgroepenbeleid. Voor zover de overheid specifiek beleid voert voor bepaalde doelgroepen, heeft dat het doel om de achterstand van die groepen te verminderen, aldus de VNG.
Staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken vindt dat de gemeenten die bij de woonwagenbewoners knelpunten signaleren, niet terug mogen schrikken voor gerichte acties. Als gemeenten zaken op hun beloop laten, leidt dit tot onrechtmatige uitvoering van de Algemene Bijstandswet, en dat kan financiële gevolgen hebben. Overigens zal het financiële belang van gemeenten bij een goede handhaving van de wet per 1 januari volgend jaar sowieso toenemen, als een nieuwe bijstandswet van kracht wordt.