Natasja overleefde aardbeving Haïti
Ze overleefde ternauwernood de verwoestende aardbeving die Haïti begin vorig jaar trof. Al maanden wacht ze tevergeefs in Nederland op behandeling van haar verwondingen. Natasja Bazelais: „Straks woon ik weer onder een zeiltje.”
Port-au-Prince, dinsdag 12 januari 2010. Aan het eind van de middag schudt de aarde in Haïti. Heftig en langdurig – de zwaarste aardbeving in 200 jaar. De gevolgen zijn catastrofaal. Duizenden gebouwen storten in. Rouw, puinhopen, talloze ontheemden.
Het juiste dodental van de natuurramp zal wel nooit bekend worden. De Haïtiaanse overheid houdt het op ruim 300.000 dodelijke slachtoffers. Internationale hulporganisaties gaan uit van een kleine 100.000 doden. Hoe dan ook legt de aardbeving een groot deel van Haïti volledig in puin.
Natasja Bazelais is die middag in januari in haar appartement in Port-au-Prince. Net op het moment dat ze zich begint af te vragen wat er precies aan de hand is, wordt ze onder het instortende dak van haar woning bedolven. Ze breekt haar arm en een ruggenwervel en loopt een kapotte schouder op. Hulpeloos ligt ze onder het beton, niet in staat zich een weg naar buiten te banen.
Een Colombiaanse hulpverlener redt Natasja en brengt haar regelrecht naar het ziekenhuis. Haar arm wordt in het gips gezet. Maar met de gecompliceerde aandoening in haar rug kunnen de Haïtiaanse artsen niets beginnen.
Al snel moet Natasja plaatsmaken voor nieuwe gewonden. Strompelend verlaat ze het ziekenhuis. Samen met haar broer Vénel neemt ze haar intrek in een van de vele tentenkampen die inmiddels in Port-au-Prince zijn verrezen. Onder een blauw zeiltje verbijt ze haar pijn, in de hoop op betere tijden.
Zo vinden we haar, een kleine maand na de aardbeving. We gaan voor het eerst terug naar haar verwoeste appartement, waar ze met moeite tegen de puinhopen opklimt en aanwijst waar ooit haar woning was. We zijn erbij als er eten in het tentenkamp wordt uitgedeeld. We zijn getuige van de avondsluiting, als onder talloze zeiltjes psalmgezang en gebeden klinken.
Maar dan komt –onherroepelijk– het afscheid. „Neem me alsjeblieft mee naar Nederland”, smeekt Natasja op het vliegveld. Hoe leg je uit dat er bepaalde regels zijn? Voorschriften, die bepalen dat je niet zomaar een land in mag. Wetten, die zeggen dat je een visum of een verblijfsvergunning nodig hebt.
Toch kunnen we wel íéts doen. We maken Natasja het gezicht van een inzamelingsactie voor Haïti die in het voorjaar van 2010 op de Wegwijsbeurs in Utrecht wordt gepresenteerd. Haar verhaal moet de harten van gevers neigen. En dat gebeurt.
Anderhalf jaar later is Natasja in Nederland. Door toedoen van haar zus Vena, die met de Nederlandse Jaap Nieuwelink is getrouwd. De schok kan niet groter zijn. Van een tentenkamp in Port-au-Prince naar een keurige woning in Culemborg, omringd door een oer-Hollands rivierenlandschap.
Het weerzien is hartelijk. „Ik was zo blij dat jullie er toen waren”, zegt Natasja, nu 25. „Daardoor kon ik eventjes de pijn vergeten.” Ze loopt naar de schuur achter de Culemborgse woning. Daar is een keuken in Haïtiaanse stijl ingericht. „Hier kan ik ongestoord bakken en braden, zonder dat ze daar in huis last van hebben.”
De voor de Haïtiaanse ongekende luxe is echter slechts tijdelijk. Want binnenkort loopt het visum van Natasja af. De regels zijn onverbiddelijk. Maximaal zes maanden mag ze in Nederland blijven, daarna moet ze terug naar Haïti.
Waar Natasja in Haïti terecht zal komen, weet ze nog niet. Haar broer is inmiddels getrouwd en woont bij zijn schoonouders in. Daar is geen plek voor zijn zus. „Ik zal wel weer in een tentenkamp gaan bivakkeren, onder een zeil. Het beschermt je tenminste tegen de zon. Maar tegen de regen helpt het niet veel.”
In Port-au-Prince is, bijna twee jaar na de aardbeving, nog weinig veranderd, vertelt Natasja. „De meeste mensen leven nog altijd op straat. Het vuilnis hoopt zich op en overal ligt nog puin van ingestorte gebouwen. Voor water en voedsel zijn veel inwoners nog steeds van hulporganisaties afhankelijk.”
Maar erger nog dan teruggaan naar Haïti, is het feit dat Natasja nog steeds niet aan haar beschadigde ruggenwervels is behandeld. Haar zwager en zus hebben de afgelopen vijf maanden alles in het werk gesteld om een operatie te regelen. Nieuwelink: „Natasja valt buiten alle ziektekostenregelingen. Ook de reisverzekering biedt geen soelaas, want ze heeft haar verwondingen in eigen land opgelopen. Een operatie kost naar schatting ten minste 30.000 euro.”
Nieuwelink startte een inzamelingsactie via internet en ging met diverse ziekenhuizen in gesprek. Enkele bleken wel bereid om de kosten van een operatie voor hun rekening te nemen, maar uiteindelijk stuitten die plannen op weerstand van de specialist in kwestie.
Intussen dringt de tijd en lijkt de kans op uitstel van de terugkeer van Natasja met de dag kleiner te worden. „We hopen nog op verlenging van haar visum op medische gronden”, zegt Nieuwelink. „Het enige alternatief is dat ze hier een man en een baan vindt.”
Zelf blijft Natasja het liefst ook in Nederland. „Niet omdat ik niet naar Haïti terug wil. Het is mijn land en ik heb het lief. Ik mis het ook erg. Maar de angst voor een nieuwe aardbeving zit heel diep. Ik heb het trauma van de ramp nog niet verwerkt. Maar de belangrijkste reden dat ik hier wil blijven is dat ze me hier beter kunnen maken. Dat kan in Haïti niet.”
Even later stapt Natasja in de auto voor een foto. De najaarsregen druilt over de polder. Grijze wolken drijven in ijltempo over de Lek. Gewapend met een paraplu trotseert de keurig geklede Haïtiaanse vrouw de Hollandse elementen.
Port-au-Prince, februari 2010. We vinden Natasja onder een afdakje van zeil. Zelfs de kleren die ze aanheeft zijn niet van haarzelf. Wankelend gaat ze ons voor naar een berg puin die eens een appartementencomplex is geweest. „Kijk, hier was mijn huis”, wijst ze. Groter contrast met een Nederlands rivierenlandschap is nauwelijks denkbaar.