Staat wil schikken met nabestaanden Rawagede
DEN HAAG – Nederland wil een schikking treffen met de nabestaanden van het bloedbad dat Nederlandse militairen in 1947 in het dorp Rawagede op Java aanrichtten. De Staat is daarover in gesprek met de advocaat van de nabestaanden.
Dat heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken woensdag gemeld. De rechtbank in Den Haag bepaalde half september dat Nederland aansprakelijk is voor de schade die de nabestaanden hebben geleden en dat er daarom een schadevergoeding moet worden betaald aan zeven weduwen van slachtoffers. Om hoeveel geld het zou gaan, is nog niet bekend.
De uitspraak van de rechtbank en de inmiddels hoge leeftijd van de weduwen is nu aanleiding voor de Staat om met hun advocaat te verkennen of voor deze groep tot een schikking kan worden gekomen. Of dit betekent dat de Staat zich neerlegt bij het vonnis en dus niet in hoger beroep gaat, kon een woordvoerder van minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) niet zeggen.
De Stichting Comité Nederlandse Ereschulden reageerde woensdag opgelucht op het aanbod van Nederland om een schikking te treffen. Volgens voorzitter Jeffrey Pondaag van het comité kan de staat er niet meer omheen. „Ik had het een klein beetje verwacht.”
Pondaag zei in een reactie te hopen dat de schikking nog op tijd komt voor de hoogbejaarde nabestaanden. „Laten we hopen dat we er snel uitkomen met de staat. De prioriteit ligt bij de nabestaanden van de slachtoffers, die al veel te lang hebben moeten wachten.”
Nederlandse militairen vielen op 9 december 1947 Rawagede binnen en doodden daar honderden mannen. Nederland erkende dat er sprake was van „standrechtelijke executies met een groot aantal slachtoffers.”
Lees in Digibron een achtergrondverhaal van onze correspondent over Rawagede en een opiniebijdrage over de spijtbetuiging van Nederland aan de slachtoffers.
Lees hier meer achtergronden over het bloedbad.