Het bloedbad in Rawagede
DEN HAAG (ANP) – Het bloedbad van Rawagede vond plaats op 9 december 1947 in het gelijknamige dorpje op West-Java, dat nu Balongsari heet. Volgens Indonesische bronnen en de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden hebben Nederlandse militairen daar toen 431 mannen gedood, hoewel het officiële aantal nooit is komen vast te staan.
Het incident gebeurde tijdens een zoekactie van de militairen naar de kapitein van het Indonesische leger, Lukas Kustario, bijgenaamd de tijger van West-Java. Toen de dorpelingen weigerden zijn verblijfplaats bekend te maken, schoten de Nederlandse militairen, die onder leiding van majoor Alphons Wijnen stonden, de bijeengedreven mannen dood.
De Nederlandse overheid besloot na het incident in Rawagede de daders niet te vervolgen. Een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties oordeelde begin 1948 wel dat het militaire optreden opzettelijk en meedogenloos was geweest.
De gebeurtenis staat vermeld in de Excessennota van de Nederlandse overheid, waarin de excessen van de Nederlandse acties in Indonesië tussen 1945 en 1950 worden beschreven. Volgens die nota zouden er ’slechts’ 150 mensen zijn gedood. In „ongeveer 20” gevallen zou sprake zijn van executie.
In december 2009 spanden nabestaanden van de slachtoffers een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Staat. Naar aanleiding van deze zaak stelde de Staat in mei 2010 dat het bloedbad inderdaad een oorlogsmisdaad was geweest, maar dat de zaak verjaard was.
De rechtbank in Den Haag bepaalde in september 2011 dat de Nederlandse Staat een schadevergoeding moet betalen aan zeven weduwen van slachtoffers. De zaak is strikt genomen weliswaar verjaard, maar wegens de ernst van het bloedbad week de rechtbank daarvan af. Bovendien oordeelde de rechtbank dat het gaat om een periode in de Nederlandse geschiedenis die nog niet is afgewikkeld.
Op grond van de uitspraak heeft Nederland woensdag verklaard een schikking met de nabestaanden te willen treffen.