Doorstroming
Iedereen die door God in het leven wordt gespaard, wordt elk jaar een jaar ouder. Dat is een onloochenbaar feit. Maar dat betekent wel dat, wanneer de samenstelling van besturen, fracties en andere colleges niet verandert, de gemiddelde leeftijd elk jaar met een jaar omhooggaat. Dat kan een probleem worden, zeker als van de meesten geldt dat zij de AOW-gerechtigde leeftijd al bereikt hebben of die in ieder geval in zicht komt.
Een evenwichtige leeftijdsopbouw is dan ook een zaak van belang. Recent wees de algemeen secretaris van de SGP daar op. Volgens hem zitten er in raadsfracties en besturen van kiesverenigingen te weinig mensen onder de 50 jaar. Dat zal vast waar zijn. De jongerenorganisatie van de SGP wil zelfs de kiesverenigingen vragen om bij de komende raadsverkiezingen een derde deel van de kandidaten te rekruteren uit de jongeren (tot 30 jaar). Iedereen die rekenen kan, zal tot de conclusie komen dat dat wel een erg forse claim is.
Maar dat neemt niet weg dat de leeftijdsopbouw iedere keer bij het opstellen van een kandidatenlijst in de gaten moet worden gehouden. Uiteraard zijn er meer gezichtspunten. Vaak moet je ook rekening houden met woonplaats, kerkverband en maatschappelijke achtergrond. Bovendien moeten mensen zelf ook willen, ze moeten capabel zijn en hun principiële identiteit dient boven alle verdenking te zijn verheven.
Het is niet verstandig als mensen op hun stoel blijven zitten omdat ze zo graag hun 25-jarig of 40-jarig jubileum willen beleven. Daar dienen ze de goede zaak niet mee. Tegelijkertijd hebben we er wel mee te maken dat mensen in het algemeen langer gezond en actief blijven dan vroeger het geval was. Het is niet juist om ouderen louter en alleen vanwege hun leeftijd buitenspel te zetten.
Jaren geleden heeft de SGP eens de regel uitgevaardigd dat mensen van 65 en ouder niet kandidaat gesteld kunnen worden bij de verkiezingen voor Kamers, Staten en raden. Alleen 65-plussers die daar reeds zitting hebben, kunnen op de lijst gehandhaafd blijven. Destijds had die regel zeker zijn nut. Maar gezien de huidige discussies over de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd zou die leeftijdsgrens nu wel wat opgetrokken kunnen worden. Je moet mensen, ook als ze ouder worden, niet te gemakkelijk afschrijven.
Continuïteit en vernieuwing zijn en blijven relevante gezichtspunten, ook als het gaat om de samenstelling van allerlei besturen en verbanden. Een langjarige ervaring is zeker waardevol, maar gemakkelijk treedt er ook een zekere gewenning op. Een routinisering, waardoor het zo noodzakelijke enthousiasme en de onmisbare inspiratie gaan ontbreken.
Dat geldt ook op andere terreinen. Af en toe moet je eens wat veranderen. Iets wat vroeger ingevoerd is en in de loop der jaren zeker zijn nut heeft gehad, is nu wellicht aan een adequate vervanging toe. Je moet ook eens iets durven af te schaffen of op te heffen. Of op z’n minst voor een andere presentatie kiezen. Niet alle verenigingen en stichtingen moeten eindeloos blijven voortbestaan. Maar daarbij moet je natuurlijk wel goed overwegen wat je doet.
En bij alle gewenste en onvermijdelijke veranderingen, in de personele sfeer en organisatorisch, moet je ook steeds de vraag stellen hoe het staat met de identiteit. Staan wij nog waar ons gereformeerde voorgeslacht voor stond? Of bewijzen we alleen maar lippendienst aan de eens geformuleerde grondslagbepalingen en zijn we daar innerlijk van vervreemd? Zodat het ook niet zo verwonderlijk is wanneer de uitleving in allerlei concrete situaties ook ver afwijkt van wat vroeger gangbaar was.
Als je dat nagaat in de geschiedenis, zijn er niet zo veel scholen, organisaties en instellingen op te noemen die over een periode van twee of meer generaties hun identiteit hebben weten te behouden. Dat is een waarschuwing voor ons. Wat je kwijt bent, krijg je niet gemakkelijk meer terug. Zeker niet in deze tijd.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl