Minder comfort, maar meer rust
Camping: Bergzicht in Giethmen, bij Ommen. Een christelijke gezinscamping van 13 hectare met 250 plaatsen.
Naam kampeerder: familie Van de Beek uit Zeewolde. Vader Hans (43), moeder Wilma (34) en zeven kinderen: Sander (13), Elvira (11), Carmen (8), Maurice (7), Thirza (5), Ralph (4) en Rhodé (1). Gezinsuitbreiding op komst in september. Vader Hans handelt in antieke bouwmaterialen. De familie woont op een boerderij, „het ultieme leven.”
Waarom deze camping? Wilma: „We staan hier al voor het vierde jaar. De kinderen vermaken zich prima en wij komen geregeld bekenden tegen: een achternicht of iemand van school, van twintig jaar geleden.” Hans: „We merken wel dat deze camping steeds evangelischer wordt. Bij de zondagavondzang is het veel ”halleluja”. Ook zien we hier steeds meer jongeren met neus- en navelpiercings. Dat was een paar jaar geleden niet zo.”
Hoe lang? „Dit jaar zijn we hier tien dagen.”
Uitrusting: „Een stacaravan voor acht personen. Alles wat je nodig hebt zit erin.”
Kosten: Wilma: „We betalen 600 euro huur voor tien dagen, inclusief toeristenbelasting. Dat is niet veel, maar dat komt doordat de eigenaar zijn caravan wil verkopen. Hij zegt: Alles wat ik nog aan huur verdien, is mooi meegenomen. We hebben er dit jaar een tentje met twee lucht- en twee dekbedden bijgekocht om meer slaapruimte te hebben. Het is een tentje van Formido, dus niet duur. Bij elkaar 90 euro.” Hans: „We besteden hier iets meer aan eten en drinken dan thuis. We gaan bijvoorbeeld een keer pannenkoeken eten; dat is met zeven kinderen verschrikkelijk duur.” Wilma: „Laatst waren we in het dorp om boodschappen te doen. De kinderen kregen acuut dorst. Ze wilden allemaal een flesje cola. Dat gaat niet. Dus kopen we een grote fles en krijgt iedereen een slok.”
Voordelen van kamperen: Wilma: „Je hebt er als moeder niet zo veel werk aan; je leeft makkelijker dan thuis.” Hans: „De kinderen maken snel vrienden op een camping; dat scheelt je als ouders een dot grijze haren. We kunnen hier lekker uitrusten. We ontbijten uitgebreid; dat schiet er thuis wel eens bij in. We fietsen veel en we bezoeken een paar keer een attractie: een speeltuin, pretpark of iets anders.”
Nadelen: Hans: „Slecht slapen; de bedden zijn niet best.” Wilma: „De douche is te klein en geeft een akelig dun straaltje, terwijl we thuis een luxe badkamer hebben.” Hans: „Eigenlijk moeten we niet klagen. Wat we hier aan comfort inboeten, krijgen we aan rust terug.”
Wat te doen bij dagenlang regen? Wilma: „Naar huis. Dan hebben we hier niets meer te zoeken. We gaan niet met de kinderen binnen zitten. Alles wordt klam, nat en vies in zo’n caravan.” Hans: „En pootjebaden op je eigen grasveld vinden we niet aantrekkelijk.”
Kamperen is tobben? Wilma: „Nee, wel improviseren. Je moet je behelpen, omdat je minder ruimte en minder comfort hebt. Ik waardeer het altijd erg als ik weer thuis ben. Als je gaat kamperen, moet je een beetje makkelijk zijn.” Hans wijst naar een vogel die broodkruimels op het terras oppikt. „We hoeven zelfs niet te vegen.”
Geen camping, wat dan? Hans: „Dagjes uit, hoewel dat ontzettend duur is. We zijn laatst met de kinderen naar het Dolfinarium geweest: 154 euro entree.” Wilma: „Vorig jaar zijn we met vakantie naar België geweest. Daar huurden we een jachthuis; heel leuk.” Hans: „We gaan nooit ver weg. Autorijden met zeven kinderen is een drama. Het begint aan het einde van de straat al: Ik heb te weinig ruimte. Of: Deze armleuning is van mij. Je leest in de Kampioen van die prachtige verhalen met tips hoe je kinderen op de achterbank urenlang kunt vermaken. De voorbeelden zijn altijd gezinnen met één of twee kinderen. Nooit zeven, zoals bij ons.”
Leukste campingervaring: Hans: „Niet de leukste, wel een ervaring die we nooit zullen vergeten. We huurden enkele jaren geleden een caravan op Bergzicht. Het was volgens de advertentie -in het RD- en de opgestuurde foto een plaatje. Toen we aankwamen, bleek de werkelijkheid anders. De caravan was oud, slecht en vies. Op sommige plaatsen, onder de bedden bijvoorbeeld, was de bodem eruit. Het gras groeide bijna in je oren. We hebben de verhuurder gebeld, maar die werd kwaad. Hij schreeuwde door de telefoon: Jullie zijn zeker christenen; die hebben altijd wat te zeuren. Van de campingbaas begrepen we dat de caravan weg moest. We hebben toen de buitenkant beschilderd; veranderd in een gevangenis. Ramen met tralies en poppetjes met boze gezichten erop. Iedereen vond het prachtig. De hele camping liep uit om foto’s te maken. Later heeft de verhuurder uit woede zijn eigen caravan in elkaar geslagen.”
Evert van Dijkhuizen