Japan zet stap richting herbewapening
Japan heeft weer een stap richting herbewapening gezet, zo werd maandag bekend. Het Japanse Agentschap voor Defensie overweegt bewapende troepen naar Irak te sturen. Het zou voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn dat bewapende Japanse strijdkrachten op een buitenlandse missie gaan.
Japan heeft op het ogenblik geen speciale strijdkrachten die getraind zijn om guerrillastrijders en terroristen te bevechten. Het Japanse Agentschap voor Defensie (Japan heeft officieel geen leger, dus ook geen ministerie van Defensie) wil speciaal voor de missie in Irak elitetroepen uit geheel Japan bijeen brengen voor speciale training. Ook zal het nieuwe regels opstellen voor het gebruik van wapens.
Op 4 juli nam de Japanse Tweede kamer een wetsontwerp aan om Japanse troepen naar Irak te sturen om te helpen bij de wederopbouw van het door oorlog verwoeste land. Het is een tijdelijke wet die maar voor vier jaar geldt. Zoals gewoonlijk zouden de Japanse troepen enkel ingezet worden op posten waarvoor geen wapens nodig zijn, waarschijnlijk bij het beschikbaar maken van drinkwater voor Amerikaanse troepen en de Iraakse bevolking.
De wet moet nog worden aangenomen door de Japanse Eerste Kamer, maar het staat vrijwel vast dat dit voor het einde van de maand gebeurt. Naar verwachting zullen zo’n 1000 Japanse soldaten reeds in oktober in Irak arriveren.
Het project is vol risico’s voor Japan. De oorlog in Irak is nu een fase ingegaan die meer en meer begint te lijken op een guerrillaoorlog. Sinds president Bush twee maanden geleden verklaarde dat de zware vijandelijkheden voorbij waren, zijn in Irak ten minste 77 Amerikaanse soldaten om het leven gekomen, 31 in aanslagen of gevechten. Dat is een relatief hoog percentage van het totaal van 217 Amerikaanse verliezen sinds het begin van de oorlog op 20 maart. Tijdens zijn rede op 4 juli herinnerde Bush daarom zijn natie eraan dat de VS nog steeds „in staat van oorlog” waren.
Voor Japan zou dit al voldoende reden moeten zijn om geen troepen te zenden. De Japanse grondwet staat niet toe dat het land oorlog voert of troepen stuurt naar een regio waar oorlog woedt. Artikel 9 van de Japanse grondwet verbiedt het gebruik van wapens buiten Japan. Dat, ondanks de situatie in Irak, Japan toch heeft besloten troepen te sturen naar Irak, en nu ook begonnen is met discussies over het sturen van gewapende troepen, is uitermate uitzonderlijk.
Noch de natie zelf, noch de Japanse wetten zijn voorbereid op de nieuwe situatie. Meer dan 80 procent van de Japanse bevolking is tegen de oorlog in Irak, en veel Japanners zijn overtuigde pacifisten. De Japanse grondwet staat bovendien niet toe dat Japanse soldaten in Irak gebruik maken van hun wapens.
De discussies over het wetsvoorstel in de Japanse Tweede Kamer gaven reeds een wereldvreemde indruk. De Japanse defensietopman Ishiba stelde dat Japanse troepen onmiddellijk hun activiteiten moeten staken of zich terugtrekken als er gevechten uitbreken. Zijn voorstel werd uiteindelijk opgenomen in het wetsvoorstel voor Irak. Het is gemakkelijk voor te stellen hoe buitenlandse naties reageren als blijkt dat Japanse troepen halsoverkop wegvluchten en de geallieerde troepen in de steek laten bij het eerste teken van strijd.
Er zijn twee groepen in Japan die de grondwet willen aanpassen. Een groep met toenemende invloed binnen de Liberaal Democraten (LDP), de Japanse regeringspartij, wil dat Japan een „normale natie” wordt met strijdkrachten die uitgezonden kunnen worden. Hier heerst een ondertoon van nationalisme.
De tweede groep ziet een taak weggelegd voor Japan als vredesmacht. Een adviescommissie van het kabinet,onder leiding van Yasushi Akashi, voormalige ondersecretaris van de VN, gaf afgelopen december een rapport vrij waarin het advies werd gegeven de Japanse wet aan te passen. De eufemistisch genoemde Japanse Zelfverdedigingskrachten (SDF) moeten volgens Akashi een basisfunctie krijgen binnen de Japanse overheid. De SDF, zegt Akashi, moet tastbare bijdragen leveren aan internationale vrede.