Buitenland

Ellende in Irak lijkt nog niet voorbij

„Irak is geestelijk nog niet klaar voor vrijheid”, zegt Mar Addai II, de patriarch van de Assyrisch-Orthodoxe Kerk. De nieuwe speelruimte kenmerkt zich door werkloosheid. Die is hoger dan de 50 procent in de tijd van Saddam Hussein. De prijs van grondstoffen en materialen steeg. Het openbaar vervoer ligt plat. Particulieren stalen de bussen en begonnen hun eigen bedrijfje. Er is nog steeds een tekort aan bepaalde geneesmiddelen. De ellende in Irak lijkt nog lang niet voorbij.

G. Roos
15 July 2003 10:57Gewijzigd op 14 November 2020 00:26

De vrijheid biedt mogelijkheden voor het ontvangen van westerse zenders. Die televisie toont veel geweld. Dat vindt z’n weg in een land met talloze lege sokkels waarop ooit een standbeeld van de dictator stond. En met een menigte aan grote, geruïneerde, soms zwartgeblakerde en geplunderde gebouwen. Maar geweld wijst geen nieuwe, begaanbare weg in een zojuist bevrijd gebied. De gang van zaken spoort in veel opzichten met die in Oost-Europa na de teloorgang van het communisme. Ook in Irak is sprake van een spiritueel vacuüm.

„De jonge generatie heeft op dit moment geen levensdoel meer”, vertelt de voorzitter van de presbyteriaanse kerkenraad in Bagdad, Samir A-Ahad. „Ze vragen zich af: Waarom zou ik nog naar de universiteit gaan? De toekomst is immers onzeker.” En priester Pius Cacha van de Syrisch-Katholieke Kerk vraagt: „Laat hulpverlening zich alstublieft vooral ook richten op een betere moraal.” Een beetje vertwijfeld: „Hoe moeten wij onze kinderen opvoeden met zoveel westerse programma’s op de buis?” De man toont zich oprecht bewogen. Ook hij constateert een geestelijke leegte.

De inwoners van het land tussen de Eufraat en de Tigris hebben al heel wat achter de rug. „De economische blokkade van de Verenigde Naties trof niet Saddam, maar ons. Hij bouwde meer paleizen dan ooit tevoren, juist in die periode. Nu zien moslims dat dezelfde mensen die het land verwoestten, het willen gaan opbouwen; dat is raar”, aldus de ietwat verbitterde Samir A-Ahad. „De sancties”, zo meent ook ex-luchtmaarschalk George Hormis Sada, die regelmatig persoonlijk met Saddam Hussein omging, „maakten dat mensen hem meer verheerlijkten omdat hij zich ertegen durfde te verzetten.”

De situatie in Irak is nog verre van rooskleurig. Wie op zondag naar de kerk gaat, passeert diverse rijdende en stilstaande tanks. Schutters zitten klaar om actie te ondernemen, maar vormen tegelijk een schietschijf voor kwaadwillenden. Amerikaanse soldaten lieten kort na de gevechten Iraakse plunderaars soms gewoon hun gang gaan. „Wij hebben geen opdracht om daar tegenin te gaan”, zeiden ze. Maar de soldaten lijken nu af en toe nerveus. Er gaat immers bijkans geen nacht voorbij of er is sprake van vuurgevechten op straat.

Saddam was slecht. Na de Golfoorlog van 1991 spoorden de Verenigde Staten sjiieten aan om gerust in opstand te komen. Ze deden dat. Maar, zeggen ze, Amerika liet ons in de steek en hielp niet. Dat leverde talloze standrechtelijke executies op. Nu zijn sjiieten bezig de massagraven te openen. Als overlevenden, aan de hand van bijvoorbeeld een identiteitsbewijs, vast moeten stellen dat de dienaren van de dictator op die plek een broer of vader doodschoten, kan dat dramatische emoties oproepen.

Nova Hagopian, een kleine zelfstandige uit Bagdad, was tijdens de Golfoorlog van 1991 soldaat. „De Ba’ath-partij probeerde mij lid te maken. Ik weigerde consequent. Als ik ze aan zag komen, verstopte ik mijzelf. Wij hadden de opdracht een olieraffinaderij te beschermen. Dus bij ons vielen de bommen het eerst. Als ik de kans had gehad, was ik overgelopen. Maar mijnenvelden verhinderden dat. Mijn huidige woning ligt 500 meter van het kapotgegooide kantoor van de geheime dienst. Ik was nooit bang. Maar toen de bombardementen op de orthodoxe Goede Vrijdag duurden van ’s avonds 9.30 uur tot de andere ochtend, twaalf uur lang, heb ik gevreesd.” Z’n oudste dochter kon haar letterlijk klapperende tanden niet meer stilhouden.

Het geweld is nog niet voorbij. Op een zondag blijkt er 140 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad een explosie plaats te hebben in een oliepijpleiding. Op een dag ervoor of erna meldt de BBC de zoveelste aanslag op een Amerikaanse militair. Bagdad is beslist onveilig. Terwijl de begrafenis van twee bij een anti-Amerikaanse demonstratie neergeschoten mannen op de televisie verschijnt, knallen opnieuw de geweren.

De protestantse predikant Ikram El-Kess Ebrahim Mehanni vertelt dat een vuurwapen in de hoofdstad voor 50 Amerikaanse dollar te koop is. „Op de zwarte markt?” vraagt een onschuldige buitenstaander. De dikke dominee lacht luidkeels. „Een zwarte markt? Er is er maar één.”

De Assyrische priester Youkhana woont al jaren in Wiesbaden en is nu terug in z’n vaderland. Hij bezit een nieuwe laptop, maar laat dat ding thuis. Zelfs in de taxi neemt hij het stuk techniek niet mee. „Ze kunnen mij er overal om vermoorden.” Youkhana heeft een gloednieuwe landcruiser. „Maar ik kom er liever niet mee op straat.”

De bewoners van het rooms-katholieke klooster waarin zuster Zahida de scepter zwaait, zijn bang voor de buren. Hekken en deuren zijn hermetisch gesloten. En het is voor een Nederlandse journalist beter om later op avond niet de straat op te gaan. Hooguit vijf stappen uit de deur van het hotel om mobiel te bellen.

Vrees voor het onverwachte is niet vreemd. Saddam liet duizenden vrouwen en mannen, politieke gevangenen, maar ook ordinaire boeven en misdadigers vlak voor de oorlog vrij. Om zo zijn populariteit op te schroeven. Zij maken nog altijd de stad onveilig. „Criminaliteit op straat tijdens Saddam maakte nauwelijks 1 procent uit van wat er nu gebeurt”, antwoordt Nova. „Om 3.00 uur in de nacht was het toen gewoon veilig buiten.”

Een paar weken geleden meldde de televisie in Bagdad dat 60 procent van de scholen weer open zou gaan. Maar de vraag blijft hoe het dan met de leermiddelen moet. In de tijd van Saddam was het lesmateriaal doortrokken van de verheerlijking van de dictator. De boeken dienen een herziening te ondergaan. „Zelfs als simpele potloden een met het Latijnse schrift geschreven merknaam droegen, verbood hij het als schrijfmateriaal”, zo vertelt een insider.

De ontwrichting treft ook het leren lezen, schrijven en rekenen. Zuster Zahida van het Sint-Jozefconvent, een dominicaanse kloostergemeenschap, een van de vele in de gezondheidszorg werkende nonnen uit Bagdad, zegt dat tientallen jaren geleden alle scholen aan de kerk werden ontnomen. Zij fungeerden voortaan binnen het staatsonderwijs. „Ik hoop dat de kerk ze weer terugkrijgt”, zegt Zahida. „Wij willen er graag weer christelijke scholen van maken.” Wie zal zeggen wanneer dat gebeurt?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer