Staat hoeft niets te doen met Molukse brieven
DEN HAAG – De Nederlandse staat hoeft twee brieven van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) niet te beantwoorden. Ook mag de staat 17 augustus 1945 blijven erkennen als dag van de onafhankelijkheidsverklaring van de Republiek Indonesië.
Die uitspraak deed het gerechtshof in Den Haag dinsdagmorgen in hoger beroep in een kort geding tussen de RMS en de Nederlandse staat.
Aanleiding voor dit geding, dat de RMS in oktober vorig jaar aanspande, was het geplande staatsbezoek van de Indonesische president Yudhoyono. De RMS wilde de president bij zijn aankomst in Nederland laten oppakken wegens schendingen van de mensenrechten. Dit zorgde voor een diplomatieke rel tussen Nederland en Indonesië, waarbij Yudhoyono zijn staatsbezoek vlak voor vertrek afblies.
Yudhoyono moet volgens de RMS terechtstaan vanwege het gevangen houden van 93 mensen die demonstreerden voor een vrije republiek op de Molukken.
De Republiek der Zuid-Molukken wordt door Nederland niet erkend. De vraag van de staat of de RMS juridisch bestaansrecht heeft, werd door het hof echter als niet relevant afgewezen.