Het gerechtshof in de hoofdstad sprak M. echter vrij wegens gebrek aan bewijs. Dat gebeurde op 29 augustus. Het OM is het daar niet mee eens.

De verdenking was volgens het hof te veel gebaseerd op verklaringen van het slachtoffer P. Zijn uitspraken gaven weliswaar een „sterke aanwijzing” dat Erol M. bij de schietpartij betrokken was, maar er is onvoldoende ondersteunend bewijs, vond het gerechtshof. Ook is P. later teruggekomen op zijn verklaring dat hij M. herkende als de schutter.

Milos P. is een bekende in het criminele milieu. Hij kreeg 15 jaar cel opgelegd voor de liquidatie van drugshandelaar Srdjan Miranovic.

In een toelichting constateert het OM dat Erol M. door het hof is vrijgesproken, omdat er niet was voldaan aan de minimumeisen die aan het bewijs worden gesteld. „Wij vinden dat het hof heeft nagelaten een aantal aangedragen bewijsmiddelen bij de bewijsvoering te trekken.” De aanklagende instantie vindt dat uit meerdere verklaringen van getuigen en uit de verklaring van de verdachte zelf wel degelijk kan worden afgeleid dat Erol M. de dader is.

Door de ingestelde cassatie is de vrijspraak van M. nog niet onherroepelijk. Wanneer de Hoge Raad een oordeel over deze zaak velt, is nog niet bekend.