Stevige kritiek van ethicus op CDA-fractie
KAMPEN – Dr. Theo Boer, ethicus aan de Protestantse Theologische Universiteit, heeft scherpe kritiek op de CDA-fractie in de Tweede Kamer op het gebied van de medische ethiek. Hij vindt dat de vertegenwoordigers van de partij, waar hij zelf lid van is, „oorverdovend stil” zijn.
Volgens Boer heeft de CDA-fractie het onderwerp medische ethiek „controversieel verklaard” en stellen ze het daarom niet langer aan de orde, zo beweerde de ethicus afgelopen zaterdag tijdens een lezing op het congres van het CDJA, de organisatie van de CDA-jongeren. Volgens Boer heeft het CDA „een van zijn kroonjuwelen op het archiefkarretje gezet.”
Boer, die onder anderen lid is van een toetsingscommissie op het gebied van euthanasie, belt wel eens naar de CDA-fractie om hen een bepaald discutabel onderwerp onder de aandacht te brengen. Volgens de universitair docent wordt hij dan beleefd aangehoord en gaat de fractie weer over tot de orde van de dag.
Daarom belt Boer tegenwoordig vaker met ChristenUnie-Kamerlid Wiegman of haar D66-collega Dijkstra. Met laatstgenoemde is Boer het inhoudelijk „niet eens, maar ze doet er tenminste nog iets mee.”
Volgens de Utrechtse ethicus is er alle reden om aandacht te vragen voor vragen rondom medische ethiek, bijvoorbeeld euthanasie. Het aantal meldingen is vorig jaar met 17 procent toegenomen en verder woedt er een stevige discussie over de vraag of iemand die „klaar is met het leven” op verzoek gedood mag worden. Volgens hem loopt Nederland internationaal flink uit de pas en is ons land zelfs „in een isolement” terechtgekomen. In Duitsland hoort Boer alle partijen „ChristenUniestandpunten innemen.”
Boer sprak zijn waardering uit voor het CDJA, dat een discussiestuk over medische ethiek heeft opgesteld. Het kan een aanzet zijn om in de partij het debat weer te gaan voeren.
De CDA-jongeren nemen op het gebied van de medische ethiek behoudende standpunten in, zo bleek zaterdag tijdens hun congres in Kampen.
Abortus is „vanuit het oogpunt van menselijke waardigheid onwenselijk”, zo legden de jongeren vast, maar als het toch plaatsheeft, moet het met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gebeuren. De abortustermijn moet van 24 naar 14 weken, alleen in uiterste medische noodzaak mag van die termijn worden afgeweken.
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid sprak aan het eind van het congres ook haar waardering uit voor het stuk van de jongeren. Wel miste ze de praktijk. Die kan wel eens tot andere keuzes leiden, maar daarom is het volgens haar wel goed om de oorspronkelijke uitgangspunten helder op papier te zetten.