In de nacht van zaterdag op zondag liep een ultimatum af dat de Arabische Liga had opgelegd aan het vorige week geschorste lid Syrië. Het bewind van Assad diende te stoppen met het geweld tegen vreedzame betogers. Daarnaast moest Syrië 500 waarnemers toelaten. De internationale pers zou weer toegang moeten krijgen tot het land, en daar volledig vrij kunnen werken.

Zoals ook bleek uit de uitspraken van Assad, voelt diens bewind niets voor het inwilligen van de eisen. In de afgelopen twee dagen werden opnieuw bijna 30 mensen gedood. De veiligheidsdiensten in Syrië zijn verantwoordelijk voor verreweg de meeste doden.

Het regime in Damascus deed de Arabische Liga nog wel een tegenvoorstel, maar dat was volgens deze organisatie niet acceptabel. Syrië stelde dat de eigen soevereiniteit in het geding zou zijn als het plan van de Arabische Liga in de oorspronkelijke vorm zou worden uitgevoerd.

Sinds het begin van de opstand tegen Assad in maart zijn er volgens de Verenigde Naties al meer dan 3500 mensen door geweld om het leven gekomen. Het gaat met name om deelnemers aan doorgaans vreedzame betogingen tegen het bewind van Assad, die in 2000 zijn vader Hafez opvolgde als leider. De Assad-clan is al 41 jaar aan de macht.

De oppositie gebruikte tot voor kort niet of nauwelijks geweld in de strijd tegen het regime, maar daarin is in de afgelopen week verandering gekomen. Deserteurs uit het leger vielen woensdag een complex aan van de beruchte inlichtingendienst van de luchtmacht even buiten de hoofdstad Damascus. Zondag deden zich eveneens in Damascus twee zware explosies voor bij een pand van de regerende Baath-partij.