Eendracht VS en EU nodig tegenover Teheran
Er mag geen sprake zijn van westerse concessies zonder Iraanse tegenprestaties, waarschuwen drs. B. Belder en drs. H. J. van Schothorst.
President Bush ligt momenteel goed bij de burgers van de Islamitische Republiek Iran. Daar kunnen zijn grote Europese tegenstrevers in de Irak-crisis, president Chirac en bondskanselier Schröder, niet aan tippen. Deze pro-Amerikaanse houding legt tegelijk de diepe politieke crisis van het ayatollahregime bloot. Zijn aartsvijand, de ”Grote Satan” in het Witte Huis, is de vriend van de eigen bevolking geworden! Hoe zullen de transatlantische partners, de VS en de EU-lidstaten, daar op reageren?
Despotisch
De Iraanse publicist in ballingschap Faraj Sarkohi weet raad: Europa moet zich niet langer omwille van financieel gewin (olie en gas) diplomatiek laten uitspelen tegen Amerika door een „fundamentalistische en despotische regering” in Teheran. Per slot van rekening hielp de „kritische dialoog” noch de „constructieve dialoog” van Europese zijde de Iraanse hervormingsbeweging vooruit. De publieke ontgoocheling over haar boegbeeld, president Khatami, spreekt hier voor zich.
Belangrijker is dat het bewind in Teheran de transatlantische partners voor een aantal ernstige uitdagingen plaatst: heldere aanwijzingen voor een militair nucleair programma, een destabiliserende rol in het Midden-Oosten en ernstige schendingen van de grondrechten binnenslands.
Probeer deze uiterst negatieve feiten maar eens te verzoenen met een positief handels- en samenwerkingsakkoord, waarover de Europese Commissie dezer dagen onderhandelt met de Iraanse autoriteiten! De besluiten van de Europese Raad in Thessaloniki (19/20 juni 2003) laten hierover in elk geval geen misverstand bestaan: zonder substantiële wijzigingen in de Iraanse opstelling geen verbetering in de Europees-Iraanse betrekkingen.
Geen knieval
Dat klinkt goed. Maar is Teheran tot deze knieval bereid? Gaan we af op recente persoonlijke ervaringen in het EP, dan ontwaren we noch bij minister van Buitenlandse Zaken Kharrazi, noch bij een officiële delegatie van het Iraanse parlement (majlis) enige neiging tot concessies op de westerse kritiekpunten. Zo verzekeren de afgevaardigden van de majlis dat hun land absoluut geen kernmacht wenst te worden. Welnu, waarom dan geen ongehinderde toegang voor het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) te Wenen tot ’s lands kernenergieprojecten…?
Saillant detail in dezen is de resolute publieke afwijzing van een nationaal kernwapenprogramma door de Iraanse parlementariër Behzad Nabavi dit voorjaar. Nabavi nam zelfs het woord „verraad” in de mond voor hen die menen de Islamitische Republiek en territoriale onschendbaarheid van Iran met atoombommen veilig te kunnen stellen. Dat doel, aldus Nabavi, valt slechts met meer democratie te bereiken. Met een militair nucleair programma lok je vanzelf een Amerikaanse interventie uit, vulden zo’n 180 medeparlementariërs Nabavi aan. „Capitulatie” voor de VS, brieste ’revolutieleider’ Khamenei onmiddellijk terug.
Van onveranderde onbuigzaamheid getuigt evenzeer het officiële Midden-Oostenbeleid van Iran. Spreek je minister Kharrazi bij diens opwachting in de commissie buitenlandse zaken van het EP aan op zijn steun aan Palestijnse en Libanese terreurorganisaties, dan heten die „in de hele regio en de islamitische wereld gerespecteerde verzetsgroepen.” In zijn optiek is Israël trouwens „geen legitieme staat.” Kharazzi’s oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict is de vorming van één staat: „in een democratisch geregeerd land moeten christenen, Joden en moslims dan samenleven.” Deze gedachte betekent eenvoudigweg de liquidatie van de Joodse staat in het Midden-Oosten.
Al met al lijkt Teheran in zijn geschilpunten met het transatlantisch bondgenootschap tot geen compromissen, laat staan tot concessies bereid. Komt, kortom, de Islamitische Republiek na Irak aan de beurt voor een westerse, al dan niet door de VN goedgekeurde, interventie?
Sluw
Gelet op de problematische pacificatie van het ’Saddam-loze’ Tweestromenland ligt een gewelddadige regimeverandering in Iran vooreerst niet voor de hand. Daarbij komt de rijzende ster van dé Perzische politieke pragmaticus: Akbar Hasjemi Rafsanjani, voormalig president en thans voorzitter van de invloedrijke ”Raad tot vaststelling van de belangen van het systeem”. De sluwe Rafsanjani zal ten volle inzetten op het voortbestaan van de ayatollahcratie.
Op de EU en de VS rust de gezamenlijke taak de Iraanse politieke elite consequent bij de les te houden. Dus geen westerse concessies zonder Iraanse tegenprestaties, maar transatlantische eendracht versus Teheran voor een veiliger wereld, voor een veiliger Midden-Oosten, voor een veiliger bestaan van de Joodse staat Israël en zeker evengoed voor het welzijn van de burgers van Iran.
De auteurs zijn respectievelijk lid EP en beleidsmedewerker buitenlandse zaken voor de eurofractie ChristenUnie-SGP