Breivik liet op 22 juli een autobom ontploffen voor het regeringskantoor in het centrum van de Noorse hoofdstad Oslo. Acht mensen kwamen om, maar via de radio hoorde Breivik dat het gebouw niet was ingestort. Bovendien ontkwam zijn gedroomde doelwit, premier Jens Stoltenberg.

Volgens advocaat Geir Lippestad besloot Breivik pas toen koers te zetten naar Utoya. Daar wilde hij oud-premier Gro Harlem Brundtland en minister van Buitenlandse Zaken Jonas Gahr Stoere gijzelen en vermoorden, maar zij waren er niet. In plaats daarvan schoot Breivik 69 aanwezige jongeren dood.

Breivik voerde naar eigen zeggen een ’kruistocht’ tegen de islam en het multiculturalisme.