Politiek

Dwarsliggers? Goed voor de partij!

Politiek zit vol emotie. Soms invoelbare, soms onbegrijpelijke emotie. Neem nu de ophef die het achterliggende jaar steeds weer ontstond over het ‘gevaar’ dat de dissidente CDA-Kamer­leden Koppejan en Ferrier af en toe anders zouden stemmen dan hun fractie. Pennen zijn erover leeggeschreven.

18 November 2011 22:44Gewijzigd op 14 November 2020 17:46
Ineke van Gent. Foto ANP
Ineke van Gent. Foto ANP

Maar waarom eigenlijk? Wat is er nu zo vreselijk aan als in een fractie enkele personen zo nu en dan afwijken van de fractielijn? Zeker, als een coalitie boogt op slechts 76 Kamerzetels is afwijkend stemgedrag hinderlijker dan wanneer het huis van het kabinet gebouwd is op een comfortabel fundament van 106 coalitiezetels (kabinet-Cals, 1965).

Maar toch… Waarom zó zenuwachtig doen als, in het geval van de zaak-Mauro, al bij voorbaat vaststaat dat de twee tegenstemmers van het CDA gecompenseerd worden door twee voorstemmers bij de SGP?

Uit een onderzoek van dagblad De Pers bleek vorige week dat de Tweede Kamer in de achterliggende tien jaar over zo’n 2300 wetsvoorstellen stemde, en dat het bij al die stemmingen slechts 13 keer voorkwam dat een Kamerlid afwijkend stemde. Dat is, welgeteld, slechts in 0,5 procent van de gevallen. Minimaal dus.

Hoewel er geen kwantitatief onderzoek naar is gedaan, lijken politieke partijen in het verdere verleden minder moeilijk te hebben gedaan over dissident gedrag. Historicus Bert van den Braak noemt in zijn vaste column op parlement.com talloze voorbeelden. Zo stemde ARP’er Aantjes, toen hij nog wat rechtser dacht dan tegenwoordig, tegen de Algemene bijstandswet en tegen invoering van een sociaal minimum. Ook de PvdA had haar dwarsliggers. Kamerlid Scheps keerde zich vaak als eenling tegen de partijlijn inzake Nieuw-Guinea. Als een groot probleem werd dat niet gezien.

Overbekend is verder de periode van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Hoewel het CDA met een flinke groep dissidenten te maken had, haalde het kabinet ongeschonden de eindstreep.

Toch begonnen daarna verschillende partijen de teugels aan te halen. Vanaf 1982 werd afwijkend stemgedrag in het CDA, onder leiding van Lubbers en De Vries, hardhandig de kop ingedrukt. De bekendste dissidenten, Scholten en Dijkman, moesten in 1983 het veld ruimen. En ook bij de PvdA verstrakte de fractiediscipline. Zo werd het in 2000 de Grieks-orthodoxe Apostolou hoogst kwalijk genomen dat hij tegen het homohuwelijk en tegen de euthanasiewet stemde.

Die ontwikkeling valt te betreuren. In de eerste plaats voor de betreffende parlementariërs, die hun staatsrechtelijke positie van onafhankelijk volksvertegenwoordiger bedreigd zien. Kamerleden stemmen en besluiten zonder last of ruggespraak, zo luidt de theorie. In dit licht bezien is niet alleen ongewenst, maar eigenlijk schandalig als je leest hoe Kamerleden soms door hun partij worden gedwongen om in het gareel te gaan lopen. Oud-CDA-Kamerlid Algra, een notoire dwarsligger, in De Pers: „Ze hebben me gesmeekt, ze hebben gedreigd, ze hebben lokale CDA’ers ingezet om me op te bellen… Alle middelen zijn ingezet, geoorloofd en ongeoorloofd.”

Het insnoeren van vrije volksvertegenwoordigers is in de tweede plaats ongewenst vanuit de betreffende partijen bezien. Want als er af en toe een Kamerlid afwijkend stemt, kan dat voor een politieke groepering grote voordelen hebben! Het is toch evident dat GroenLinks-Kamerlid Van Gent, die dit jaar als enige van haar fractie tegen de Kunduzmissie stemde, haar partij een dienst heeft bewezen? Juist door haar stemgedrag kon een deel van de GL-achterban, zeg maar de oude, pacifistische PSP, met een goed geweten aangehaakt blijven. Zo van: Gelukkig, ons gedachtegoed is in GroenLinks nog niet geheel verdwenen.

Toen de SGP-jongeren enkele jaren terug onder leiding van Dirk-Jan Nijsink en Jan Kloosterman wat afwijkende geluiden lieten horen over ondermeer godsdienstvrijheid, klonk in de SGP-top soms enig gemopper. „Moeten die jongens niet inbinden? Schaadt dit de partij niet?” Terwijl de omgekeerde redenering ook goed mogelijk was: juist doordat deze jongeren op deze wijze aan de weg timmeren, blijven andere, wat kritisch ingestelde jongeren, voor de partij behouden.

In plaats van hen onder druk te zetten, zouden partijen daarom juist blij moeten zijn met dwarsliggers. Zouden politici nooit aandachtig naar een spoorbaan kijken? Dwarsliggers houden de rails bij elkaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer