Opinie

Arib: „Wat gaat u ondernemen om deze dominee te stoppen?”

22 april 2004. Van de ene op de andere dag ontstaat er onrust over een boek dat te koop is in de El Tawheedmoskee in Amsterdam. Het boek, ”De weg van de moslim”, doet ferme uitspraken over de verhouding tussen mannen en vrouwen en bevat een omstreden passage over straffen voor sodomie. Mannen mogen hun vrouwen slaan, maar niet in het gezicht en niet tot bloedens toe. Homo’s zouden, liefst met het hoofd naar beneden, van hoge gebouwen omlaag gesmeten moeten worden en daarna gestenigd.

S. M. de Bruijn
18 November 2011 22:51Gewijzigd op 14 November 2020 17:45

Er ontstaat grote commotie in Den Haag. PVV-leider Wilders roept drie ministers op het matje. De moskee dient gesloten te worden en imams die geen afstand nemen van het boek, moeten vertrekken. Premier Balkenende wil de wet aanpassen om zulke auteurs te kunnen aanpakken.

Een week later zakt de onrust als een plumpudding in elkaar. Een boekverbod blijkt verdraaid lastig. Bovendien ligt het boek niet alleen in die moskee maar gewoon bij de boekhandel. Een jaar later beslist het openbaar ministerie dat de tekst van de boeken niet aangepast hoeft te worden. Het is nog steeds te koop, gewoon via bol.com.

Bij wat dieper doorspitten, blijkt dat de gewraakte passages grotendeels bestaan uit eeuwenoude citaten. Desondanks leidt het tumult ineens tot de gedachte dat Nederlandse imams massaal homo’s van flatgebouwen willen duwen en oproepen om vrouwen af te ranselen.

14 november 2011. Van de ene op de andere dag ontstaat er onrust over een nieuwsbrief van de hersteld hervormde gemeente in Katwijk. Ds. A. Vlietstra haalt bij een geboortebericht een flinke passage aan uit ”De plichten der ouders in kinderen voor God op te voeden”, van de zeventiende-eeuwse ds. Jacobus Koelman, over het kastijden van kinderen. De nieuwsbrief belandt bij het Leidsch Dagblad, dat er een artikel over schrijft.

Binnen enkele uren is er sprake van een complete mediahausse. Het onderwerp is meerdere malen het eerste item bij radiojournaals en keert maandagavond terug in enkele tv-programma’s. Op weblogs en in videoclips wordt ds. Vlietstra bespottelijk gemaakt, alsof hij aanstaande zondag een workshop kinderkastijding zou organiseren, inclusief livedemonstratie door de predikant.

De PvdA stelt Kamervragen aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid en van Justitie: „Bent u ervan op de hoogte dat deze dominee zelfs oproept tot mishandeling van kinderen?” Kamerlid Arib vraagt zich af of de oproep van de predikant niet uitgelegd kan worden als uitlokking en vraagt welke stappen er ondernomen worden „om deze dominee te stoppen.”

Evenals bij de kwestie van de ”De weg van de moslim” valt op hoe de oude boodschap van ds. Koelman in de 21e eeuw volstrekt misverstaan wordt. Het boekje van Koelman ligt gewoon in de boekhandel en de uitgever prijst het aan als „een standaardwerk van christelijke opvoedkunde.” Het wordt gebruikt in pedagogische opleidingen en geciteerd bij doopzittingen. Niet één Katwijkse ouder heeft na het lezen van het kerkblad een stuk hout uit de schuur gehaald om z’n kind te lijf te gaan. Toch suggereert het PvdA-Kamerlid met droge ogen dat ds. Vlietstra zijn gemeenteleden daartoe uitlokt. Hoe komt dat toch?

„Seculier onbenul”, stelt Bart Jan Spruyt in zijn column in Binnenlands Bestuur: Nederland groeit weg van de meest elementaire kennis van de eigen geloofstraditie. Schokkend, zegt hij, „en het belooft niet veel goeds.”

Inderdaad. Maar de volgende vraag is dan of predikanten in hun kerkbodes en preken daar rekening mee moeten houden? Zeker, zei Piet Vergunst, secretaris van de Gereformeerde Bond, gisteren tegen de NOS: „Bij alles wat je zegt, ook wat je zondags zegt: Besef dat dingen tot misverstand kunnen leiden en leg ze in ieder geval goed uit.” Dat is in lijn met het advies van de synode van de Gereformeerde Gemeenten, vorig jaar: Houd rekening met het verschil in hoorders binnen en buiten het kerkverband en vraag je af hoe de boodschap overkomt bij andersdenkenden.

De Katwijkse kwestie leert dat dat ook geldt voor papieren nieuwsbrieven, schoolkranten of verenigingsblaadjes met een beperkt bereik. Als een willekeurige redacteur van een huis-aan-huisblad een kerkbode onder ogen krijgt met een verhandeling over het zevende gebod, ontstaat er zomaar een artikel waarin zinnen uit het verband worden gerukt. Wanneer dan in de oorspronkelijke bron de uitleg of de context ontbreekt (omdat die voor de oorspronkelijke doelgroep vanzelfsprekend is), groeit een misverstand zomaar uit tot een hetze.

Uiteraard is het bijna ondoenlijk, maar ook onwenselijk, om in alle preken het taalgebruik aan te passen aan eventuele meeluisteraars die nooit een kerk vanbinnen gezien hebben. Toch is het mogelijk om, zonder water bij de wijn te doen, goed te letten op de verwoording van de boodschap. Is die niet onnodig kwetsend? Hoe zou dit overkomen bij een buitenstaander? Vraagt dat klassieke woord dat zo goed in het oor ligt (kastijden, tuchtigen, vreze), toch om uitleg?

Natuurlijk is de oorspronkelijke auteur niet zelf verantwoordelijk voor wat andere media, soms spottend of zelfs beledigend, met zijn boodschap doen. Tegelijkertijd is er een verantwoordelijkheid voor het voorkomen van „kwaad gerucht.” En voorkomen is beter dan genezen, want zo’n mediahype valt nauwelijks meer terug te draaien.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer