Kerk & religie

Voleindiging

Romeinen 8:38-39.

18 November 2011 19:23Gewijzigd op 14 November 2020 17:45

„Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.”

Laat dan ook, naar de vermaning van de apostel Jakobus, „de broeder die nederig is, roemen in zijn hoogheid”, dat hij tot een kind van God is aangenomen, en een broeder die „rijk en verhoogd” is, „roemen in zijn vernedering.” Dat hij nog te midden van de grootst mogelijke weelde een nederig hart kan dragen (Jakobus 1:9).

Zo zorgvuldig somt de apostel vele en verschillende dingen op die een waar kind van God schijnen te zullen scheiden van de liefde Gods, om toch maar het hart van Gods kinderen te bevestigen en hen ten volle te verzekeren dat de goede God, hun hemelse Vader, „Die een goed werk in hen begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus” (Filippensen 1:6).

Ja, nog rijker en overvloediger getuigt de apostel niet alleen dat noch dood noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte Gods kinderen zullen scheiden van de liefde Gods. Maar hij voegt er nog nader bij dat zelfs „geen ander schepsel” dat doen zal. En dat is voorzeker ook zeer vertroostend.

Willem Teellinck,
predikant te Middelburg

(”De standvastige christen”, 1620)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer