Slob geen man van dubbele bodems
DEN HAAG – Wie meer wil weten over de drijfveren van CU-leider Slob moet het zaterdag te presenteren boekje van zijn hand zeker lezen. Daarin laat de bescheiden politicus zich, enigszins, in zijn hart kijken.
”Altijd in beweging” (uitg. Ark Media, Amsterdam) is een pennenvrucht primair bedoeld voor de eigen achterban. En verder voor iedereen die meer wil weten over de nieuwe CU-leider Slob. Want ja, Rouvoet, bij hem hadden veel mensen inmiddels een beeld. Maar Arie Slob, wie is dat eigenlijk?
Wie uit is op grote politieke onthullingen zal na lezing van Slobs wederwaardigheden in de landspolitiek (vanaf 2001, toen hij Kamerlid werd, tot heden) misschien teleurgesteld zijn. Zeker, het als een soort dagboek opgezette verhaal geeft een aardig overzicht over tien jaar ChristenUnie aan het Binnenhof. En inderdaad, hier en daar kleurt het eerder bekende informatie verder in.
Zo was al langer bekend dat Slob en de inmiddels uit Den Haag vertrokken CU-politica Huizinga last hadden van onverenigbaarheid van karakters. In ”Altijd in beweging”, dat morgen op de ”inspiratiedag” van de ChristenUnie in Amersfoort gepresenteerd wordt, verbloemt Slob dat niet. Al blijf je het idee houden dat wat hij erover zegt understatements zijn. Zoals: „Er zijn van tijd tot tijd ook wel eens spanningen tussen ons geweest.” Eh, wel eens spanningen? Waarover dan? Het ging in elk geval over de volgorde op de kandidatenlijst –Slob stond in 2006 op twee en Huizinga ‘slechts’ op drie– en over het feit dat Rouvoet in datzelfde jaar „mij en niet Tineke als secondant naar de coalitieonderhandelingen meenam.”
Grappig om te lezen is dat Rouvoet, toen hij net minister en vicepremier was, uit doorgeschoten staatsrechtelijke zuiverheid Slob niet de agenda’s van de ministerraad wilde geven, zodat deze ze, beetje gênant, van zijn collega-fractievoorzitters Tichelaar en Van Geel toegeschoven moest krijgen.
Maar wie écht smeuïge onthullingen verwacht, komt bedrogen uit. Het boekje wil vooral de persoon Arie Slob, die deze week vanwege zijn vijftigste verjaardag een enorme opblaas-Abraham voor zijn huisdeur in Zwolle geplaatst zag, nader belichten.
En tot op zekere hoogte is dat gelukt. Zo lezen we dat de zoon van een middenstander, geboren op de grens van Nieuwerkerk en Capelle aan den IJssel, als jongetje vaak in het vroegere ”Ambonezenkamp” speelde en dat hij in de supermarkt regelmatig achter de toenmalige Molukse leider ir. Manusama in de rij stond. We vernemen dat hij als voorzitter van de plaatselijke GPJC verliefd werd op een „alleraardigste jongedame”, Marjette, de secretaris van die zelfde GPV-jongerenclub, en dat uit dit huwelijk vier kinderen geboren zijn, van wie de jongste inmiddels 15 jaar is.
Maar héél persoonlijk wordt het allemaal niet. Dat kan wellicht ook moeilijk bij een zo broodnuchtere, altijd op de politieke inhoud gerichte parlementariër. Waar Rouvoet dol was op weidse, filosofische beschouwingen, is Slob, zo zeggen zijn medewerkers, een „heel concreet mens.” Er ís geen verborgen, andere Arie, die op een of andere wijze ontdekt kan worden. Van hem geldt: what you see, is what you get (je krijgt wat je ziet).
Van Slob hoeft het allemaal niet zo intiem. Persoonlijk wordt hij wél even als hij verklapt dat bij hem thuis, op het toilet, een spreuk hangt van Visje: „Je kunt Jezus niet volgen als je stilstaat.” De spreuk past niet alleen mooi bij Slobs hardloophobby en bij de titel van het boek, ”Altijd in beweging”, maar laat vooral zijn diepste drijfveer als christenpoliticus zien. Christenen mogen niet in de kerkbank blijven zitten, maar moeten erop uit om, als „navolgers van Jezus”, er te zijn „voor prostituees, daklozen, vreemdelingen en kinderen.”
Altijd in beweging. Nu ja, sóms even niet. Bijvoorbeeld als de gebedsgroep –waarvan behalve hijzelf, senator Roel Kuiper en fractiewoordvoerder Menno Helmus, nog een aantal mensen van buiten het Binnenhof deel uitmaken– eens per maand op zijn werkkamer bijeenkomt. Dan valt Arie even stil. „Ik voel me in mijn werk daardoor gedragen.”