De Tweede Kamer is al jaren druk met het thema verplichte voorlichting over seksualiteit op scholen. In 2009 nam de Tweede Kamer een motie van D66 aan om voorlichting over (homo)-seksualiteit verplicht te stellen. In april van dit jaar liet minister Van Bijsterveldt weten dat ze deze motie niet zou uitvoeren. Ze stelde dat de acceptatie van homo’s op scholen van groot belang is, maar dat er andere manieren zijn om daaraan aandacht te besteden. Ze benadrukte dat ze veel initiatieven heeft genomen om de homo-emancipatie te bevorderen. Bovendien wilde ze scholen vrijlaten of en hoe ze daar aandacht aan besteden. Het toevoegen van nieuwe onderwijsdoelen zou scholen volgens Van Bijsterveldt te veel belasten: „Dan volgen straks ook de mensenrechten en obesitas.”

Haar argumentatie overtuigde de meerderheid van de Kamer niet. Daarop stemde de Kamer in juni weer in overgrote meerderheid voor een motie met dezelfde strekking.

Woensdag, tijdens een overleg in de Tweede Kamer over de vormende taak van het onderwijs, vroeg de VVD’er Elias de minister dringend haar standpunt te herzien. Als ze dat niet zou doen, zouden de liberalen de bewindsvrouw met een derde motie tot andere gedachten willen brengen.

Daarop bezweek de bewindsvrouw. De principiële stellingname van de minister van dit voorjaar heeft plaatsgemaakt voor een pragmatische: „Als minister moet je wel eens je knopen tellen.” En: „Het is voor mij geen principiële zaak.” Volgens Van Bijsterveldt past aandacht voor seksuele diversiteit goed binnen een school „als waardegemeenschap, waar iedereen erbij hoort, ook als je anders bent.”

Indirect zijn VVD en Van Bijsterveldt gezwicht voor de homolobby. Die dringt al jaren aan op verplichte voorlichting. Het COC heeft bovenmatig veel invloed op het politiek debat. Opvallend was woensdag ook weer de gretigheid waarmee de seculieren hun winst omarmden. Roffelden de GroenLinksers dinsdag op hun tafeltjes nadat hun trouwambtenarenmotie was aangenomen, woensdag konden de voorvechters van homo-emancipatie ook hun juichstemming niet onderdrukken. „Grote winst”, aldus D66-Kamerlid Van der Ham. Volgens SP-Kamerlid Van Dijk is „de halsstarrigheid van de christelijke partijen doorbroken.”

Toch is de vreugde voor een deel ten onrechte. De minister heeft er namelijk woensdag nadrukkelijk bij gezegd dat er vanuit de overheid geen inhoudelijke inkleuring mag zijn. Artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs staat voor Van Bijsterveldt als een paal boven water. Scholen moeten er aandacht aan besteden en mogen de voorlichting dus op eigen wijze invullen. Van Bijsterveldt is bezweken voor de druk, maar niet helemaal.